Adriaan de Koster

Adriaan de Koster

Het was in 2002, ergens in de buurt van Hamburg, op een eerste koorreis met het Leuvens Universitair Koor. Samen zingen met vrienden in een kerk waar we toevallig binnenstapten, terwijl we even voordien op het kerkplein stonden te voetballen. Wat een ongelofelijk gevoel dat me toen overviel. Ik wist niet wat voor effect samen zingen kon hebben, op ons en op de luisteraars.

Muziek was er thuis nochtans altijd veel geweest. The Beatles, Bob Dylan en Leonard Cohen bij lange autoritten; klassiek als we thuis waren. We hadden een klavecimbel en een piano en samen met m’n broers verkenden we die instrumenten. Op de muziekschool leerde ik piano- en cellospelen, fantastische instrumenten, maar de echte klik kwam pas bij het zingen - eerder toevallig - toen ik bij het studentenkoor van de universiteit ging.

Zingen werd de grote passie en na enkele jaren ook de studie en het werk. Eerst voornamelijk in ensembles, later ook meer en meer solo. Renaissance en barok vooral, met Bach en Monteverdi als de grote favorieten, en met de Bachvereniging als ultieme plek om dit heerlijke repertoire te beleven op het hoogst mogelijke niveau. Het is een fantastische ontdekkingstocht door oude en nieuwe melodieën, met het betoverende instrument dat een vocaal-instrumentaal ensemble is.