Fuga super: Jesus Christus, unser Heiland
BWV 689 uitgevoerd door Leo van Doeselaar
Sint-Catharinakerk, Hamburg
Achter de muziek
Een kaleidoskopisch koraal
Bach bouwt een feestje van doorwrocht contrapunt
Deze koraalbewerking toont Bach op het toppunt van zijn kunnen. Het werk ontstond niet toevallig min of meer tegelijk met het tweede deel van Das Wohltemperirte Clavier. Geen stuk dat per se gemakkelijk in het oor ligt, daarvoor is het te chromatisch en misschien ook wel te complex van structuur. Wel is het duidelijk een technisch hoogstandje. Alsof Bach binnen de bundel nog eenmaal wilde tonen hoe je van een koraal een fuga bouwt. Of een ricercare, zoals Leo van Doeselaar dit stuk noemt in het interview, want een standaard fuga is het zeker niet.
Het vernuft zit in het ritme van de inzetten: nu eens komt het antwoord na 6 tellen, dan weer na 4, of zelfs heel onverwacht na 1 of 5 tellen (als opmaat!), terwijl het thema zelf veel langer is. De stemmen vallen elkaar dus voortdurend in de rede, een truc die stretto wordt genoemd en die meestal pas later in een fuga wordt ingezet, nadat iedereen beleefd op zijn beurt heeft gewacht. Door te variëren met het antwoordritme creëert Bach onder elke inzet steeds andere harmonieën, die hij vervolgens op geraffineerde, nogal gepijnigde manieren met elkaar verbindt.
Voor het slot staat Bach zich nog een extra techniek toe, augmentatie genoemd. Terwijl de sopraanstem het vloeiende tegenthema laat horen, zet de tenor het thema tegelijk in met de alt, maar half zo snel. Zo klinkt de basis van het geheel nog eens heel nadrukkelijk, als een soort recapitulatie… een vaarwel?
Clavier-Übung
Bach publiceerde in Leipzig tussen 1731 en 1741 vier delen Clavier-Übung, een titel die Johann Kuhnau, zijn voorganger als Thomascantor, al eerder had gebruikt voor soortgelijke bundels met werk voor orgel en klavecimbel. De composities zijn zeer verschillend van aard en hebben, anders dan de titel doet vermoeden, een hoge moeilijkheidsgraad. Alle op dat moment gangbare stijlen, genres en technieken voor klavecimbel en orgel laat Bach de revue passeren, maar dan in de superieure vorm waar alleen hij het patent op had.
Clavier-Übung I (1731) bevat de zes partita's, BWV 825-830, Clavier-Übung II (1735) het Concerto nach italienischem Gusto, BWV 971 en de Ouverture nach französischer Art, BWV 831, en Clavier-Übung IV (1741) de Goldbergvariaties, BWV 988. Clavier-Übung III (1739) is als enige en omvangrijkste deel bestemd voor orgel en bevat voornamelijk koraalbewerkingen, dat wil zeggen orgelpreludes gebaseerd op Lutherse kerkliederen. Van ieder koraal maakte Bach twee versies: een voor groot orgel en een voor een kleiner orgeltype. De meeste koralen verwijzen naar de zes pijlers van de catechismus. Het is onduidelijk of Bach ze ook tijdens de dienst speelde, of dat hij er misschien voor eigen gebruik zijn muzikale ideeën in uitwerkte, zonder zicht op een publieke uitvoering.
- BWV
- 689
- Titel
- Fuga super: Jesus Christus unser Heiland
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Serie
- Clavier-Übung III
- Jaartal
- Clavier-Übung III
- Stad
- Leipzig
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 11 september 2015
-
- Opnamedatum
- 21 oktober 2014
-
- Locatie
- Sint-Catharinakerk, Hamburg
-
- Organist
- Leo van Doeselaar
-
- Orgel
- Verschillende bouwers van de 15de tot de 19de eeuw. Restauratie: Flentrop 2013
-
- Productie
- Frank van der Weij
-
- Cameraregie
- Jan Van den Bossche
-
- Director of photography
- Sal Kroonenberg
-
- Camera assistenten
- Andreas Grotevent, Lucas Lütz
-
- Muziekproductie, montage en mix
- Holger Schlegel
-
- Beeldmontage
- Onno van Ameijde
-
- Interview
- Onno van Ameijde
-
- Met dank aan
- Vadim Dukart, Andreas Fischer
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!