Das Wohltemperirte Clavier I nr. 24 in b klein
BWV 869 uitgevoerd door Bob van Asperen
in zijn huis in Bennebroek
Achter de muziek
Ondraaglijk droevig
Bach sluit de cirkel melancholisch af
Al 23 keer had Bach zijn studenten het vuur na aan de schenen gelegd. Nog één toonsoort te gaan en de cirkel vol ongekende contrapuntische vondsten zou rond zijn. Wat zou Bach doen, aangekomen bij het laatste werkenpaar? Zichzelf overtreffen door nog meer technieken te combineren of afsluiten in eenvoud en zo het hart van de luisteraar onder vuur nemen?
Het lukt Bach uiteraard allebei, zelfs al ligt het technische vernuft in deze Prelude en fuga in b klein wat meer onder de oppervlakte. Beide stukken zijn zelfs zó volmaakt van proportie dat Bach vrijwel afziet van spanning verhogende trucs.
De Prelude is een voorbeeldige triosonate: boven een kalm wandelende bas smelten twee bovenstemmen innig samen. Vijf maten voor het slot verrast dan toch een 'Trugschluss', een bijna-maar-net-niet-slot, en omdat we daardoor toch al op het verkeerde been staan, laat Bach het echte slotakkoord een halve maat ‘te vroeg’ inluiden door de bas.
De Fuga, de langste in het hele Wohltemperirte Clavier, is in opzet opmerkelijk sober. Het thema gebruikt daarentegen – extravagant en ostentatief – alle tonen binnen het octaaf, alsof Bach nog eens het punt van de bundel wilde onderstrepen. De muziek roert, maar niet zonder moeite: slechts enkele tussenspelen breken de lastig verstaanbare chromatiek. Bachbiograaf Spitta schreef bij deze woelende muziek dat “de expressie van pijn hier bijna ondraaglijk is geworden”. En inderdaad, zelfs al had Bach niet echt een keuze: de toonsoort b klein stond in de barok voor melancholie.
Das Wohltemperirte Clavier, BWV 846-893
48 klavierstukken in alle 24 toonsoorten: dat was het soort uitdaging waar Bach van genoot. In elk van de twee delen van het Wohltemperirte Clavier bracht hij 24 keer het muzikale koppel prelude en fuga samen, twaalf in mineur, twaalf in majeur. In de preludes liet hij zijn fantasie de vrije loop, om in de fuga’s zijn mathematische hoogstandjes te verrichten. In tegenstelling tot de ijzeren discipline waarmee Bach zich voor zijn kerkelijke composities moest inzetten, kon hij zich hier overgeven aan intellectuele Spielerei zonder klemmende deadlines.
Het eerste deel van het Wohltemperirte Clavier stamt uit 1722, maar bevat muziek die deels al in de vijf jaar daarvoor werd geschreven. De ontstaansgeschiedenis van deel twee is minder helder: pas rond 1740 stelde hij dit tweede manuscript samen, maar opnieuw dateert een deel van de erin opgenomen preludes en fuga’s uit een veel eerdere periode. De doelgroep van deze verzameling stukken omschreef Bach zelf als volgt: ‘Zum Nutzen und Gebrauch der Lehr-begierigen Musicalischen Jugend, als auch dere in diesem studio schon habil seyenden besonderem ZeitVertreib.’ (‘Zowel ter lering van de ijverige muzikale jeugd als ter vermaak van de in deze materie al onderlegden.’)
- BWV
- 869
- Titel
- Prelude en fuga in b klein
- Bijnaam
- nr. 24 uit Das Wohltemperirte Clavier I
- Instrument
- klavecimbel
- Genre
- klavierwerken
- Serie
- Das Wohltemperirte Clavier I
- Jaartal
- 1722 of eerder
- Stad
- Köthen (of Weimar?)
Met steun van
Prins Bernhard Cultuurfonds
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 16 december 2016
-
- Opnamedatum
- 21 december 2015
-
- Locatie
- Bennebroek
-
- Klavecinist
- Bob van Asperen
-
- Klavecimbel
- Michael Johnson, Fontmell Magna, Engeland 1979, naar Pascal Taskin/Johannes Goermans
-
- Regie
- Jan Van den Bossche
-
- Muziekopname, -montage en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera, beeldmontage en interview
- Gijs Besseling
-
- Productie
- Hanna Schreuders, Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- Prins Bernhard Cultuurfonds
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!