Die Kunst der Fuge
BWV 1080 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Grote Kerk Veere
Achter de muziek
Een bergtop die je ooit moet beklimmen
Shunske Sato maakte een eigen instrumentatie van de Kunst der Fuge
De Kunst der Fuge is met vraagtekens omringd: we weten niet of Bach de muziek als studie- of uitvoeringsmateriaal bedacht. Ook de volgorde van de 18 delen is niet helemaal duidelijk én we weten niet zeker of het stuk ooit compleet is geweest.
De eerste schetsen van de Kunst der Fuge maakte Bach al rond 1736. In de laatste jaren van zijn leven werkte hij veel aan grotere collecties en sleutelde hij aan een aantal eerder gecomponeerde werken, zoals de Hohe Messe. Aan zijn late partituren is duidelijk te zien dat hij steeds slechter zag, het handschrift wordt ook slechter en is minder goed leesbaar. Na zijn, toch enigszins plotselinge, dood lag zijn werktafel waarschijnlijk vol muziek in allerlei stadia, niet per se allemaal netjes per werk geordend of gebundeld.
In elk geval speelde dit bij de Kunst der Fuge. Er was al een uitgave in voorbereiding bij een drukker in Leipzig. Een deel van het materiaal lag, in kopie, al daar. Een ander deel nog niet. In die uitgave uit 1751 zie je duidelijk dat er geworsteld is met de volgorde van het materiaal.
Van de laatste grote fuga misten de uitgevers kennelijk een blad. Al in de heruitgave van 1752 staat in het commentaar dat Bach terwijl hij aan dit stuk werkte gestorven was en het daarom niet heeft kunnen voltooien. Ook Bachs zoon Carl Philipp schreef later iets vergelijkbaars. Zo ging de Kunst der Fuge de wereld in als ‘Bachs laatste werk’.
Inmiddels wordt aan die mythische titel al een tijdje getwijfeld. Eén van de bekendste Bach-onderzoekers van het moment, Christoph Wolff, weet heel aannemelijk te maken dat die eer van laatste werk een ander stuk van Bach toevalt (de Hohe Messe). Ook vermoedt hij dat de Kunst der Fuge niet incompleet was. Hij is ervan overtuigd dat er op zijn minst een schets voor de slotfuga geweest moet zijn, maar dat die na Bachs dood op de een of andere manier verloren is gegaan. Omdat een fuga als deze in feite een soort puzzel is, is het, ondanks de verloren bladzij, toch mogelijk om het stuk compleet te maken en uit te voeren. In ons geval hebben we gebruik gemaakt van een voltooiing van Kees van Houten en Leo van Doeselaar.
instrumentatie
Shunske Sato maakte voor de Bachvereniging een eigen instrumentatie: “Hiermee wilde ik de veelkleurigheid van het werk én die van mijn ensemble laten horen. Elke fuga heeft een ander karakter. Aan de hand van het ritme, de maatsoort, de chromatische lijnen enzovoort, kun je bepalen welk instrument het meest geschikt is. Ik heb elk deel nauwkeurig bestudeerd om zo te kunnen vaststellen welke instrumenten je het beste kunt gebruiken. Ik wilde de hele Bachvereniging laten klinken, dus ook de zangers doen mee. Ze zingen zonder tekst, op klinkers. Door zang aan de Kunst der Fuge toe te voegen, kun je niet om het voorbeeld van de Swingle Singers heen. De gezongen Contrapunctus 9 is bedoeld als een ode aan hun geweldige opname."
structuur en volgorde
Als je naar de benaming van de verschillende delen van de Kunst der Fuge kijkt, is er op het eerste gezicht misschien lastig chocola van te maken. Kunst der Fuge betekent letterlijk iets als: een kunststuk op het gebied van de fuga; een vorm van componeren met twee of meer stemmen waarbij nadat één partij heeft ingezet de andere partij(en) dezelfde melodie zo strikt mogelijk herhalen. Vandaar de namen van de delen: contrapunctus of contrapunt: een melodie die met een andere melodie gecombineerd wordt, en canon: een melodie die met zichzelf in dialoog gaat of fuga.
De verschillende delen zijn in deze uitvoering gerangschikt op complexiteit. Het wordt steeds ingewikkelder. We beginnen met simpel contrapunt – het combineren van een melodie met precies dezelfde melodie, als een een-eiige tweeling. Dan volgt dubbel contrapunt, waarin niet één maar twee verschillende melodieën met elkaar worden gecombineerd. Vervolgens krijgen we ‘omgekeerd’ contrapunt: twee keer twee stukken die bij elkaar horen, waarbij de melodie van het ene stuk in het andere stuk op zijn kop wordt gezet, letterlijk omgekeerd. Dan volgen verschillende canons waarbij de melodie op verschillende hoogtes met zichzelf wordt gecombineerd (met 8 noten verschil, het octaaf, met 12, het deciem óf vergroot (per augmentationem) en in tegengestelde beweging (in contrario motu)). Tot slot volgt een fuga a 3 soggetti, met drie verschillende thema’s (melodieën) die gecombineerd worden met de ‘basismelodie’ van de Kunst der Fuge. Ook de instrumentatie gaat van eenvoudig naar complex. Naarmate de stukken ingewikkelder worden, gebruikt Shunske Sato ook instrumentencombinaties die je niet een-twee-drie verwacht.
koraal
Tussen de blokken met toenemende complexiteit klinkt telkens een couplet van het koraal Wenn wir im höchsten Nöten sein, BWV 432. Carl Philipp Emmanuel Bach liet een uitgebreide orgelbewerking van dit koraal toevoegen aan de eerste editie van de Kunst der Fuge, ter compensatie voor de laatste incomplete fuga.
enscenering
Voor deze opname reisden we naar Veere (Zeeland). Regisseur Folkert Uhde liet zich inspireren door de ruimte en het licht in de Grote Kerk. Folkert Uhde: “Wanneer je een stuk als dit ensceneert en met licht werkt gebeurt er iets, iets anders dan wanneer je alleen de muziek hoort. Bijvoorbeeld: als je zoals in deze opname licht inzet als ware het daglicht en dat gedurende het concert laat kruipen van links naar rechts heeft dat invloed op je besef van tijd. De zonnestand verandert heel langzaam gedurende de dag, je merkt pas verschil na een tijdje: pas in de loop van het stuk heb je door dat de stand van het licht is veranderd, zo natuurlijk is dat gegaan. En: als er een spotje op een musicus staat, luister je hoe dan ook anders, je verbeeldt je dat je hem of haar beter kunt horen. Zo kun je spelen met heel veel factoren die de luisterervaring beïnvloeden en van zo’n complex werk een belevenis maken.”
- BWV
- 1080
- Titel
- Die Kunst der Fuge
- Genre
- overige werken
- Jaartal
- ca. 1736-1750
- Stad
- Leipzig
- Bijzonderheden
- Het is niet duidelijk voor welk(e) instrument(en) Bach schreef. Er bestaat een versie in Bachs eigen handschrift én een gedrukte versie uit 1751/1752. Het stuk is incompleet of onvoltooid.
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Wenn wir in höchsten Nöten sein
Und wissen nicht, wo aus noch ein,
Und finden weder Hilf noch Rat,
Ob wir gleich sorgen früh und spat,
So ist dies unser Trost allein,
Dass wir zusammen insgemein
Dich anrufen, o treuer Gott,
Um Rettung aus der Angst und Not
Und heben unser Aug‘ und Herz
Zu dir in wahrer Reu und Schmerz
Und flehen um Begnadigung
Und aller Strafen Linderung,
Drum kommen wir, o Herre Gott,
Und klagen dir all unsre Not,
Weil wir jetzt stehn verlassen gar
In großer Trübsal und Gefahr.
Sieh nicht an unsre Sünde groß,
Sprich uns davon aus Gnaden los
Steh uns in unserm Elend bei,
Mach uns von allen Plagen frei,
Auf dass von Herzen können wir
Nachmals mit Freuden danken dir,
Gehorsam sein nach deinem Wort,
Dich allzeit preisen hier und dort.
Vertaling
Als we in grote nood verkeren
en we niet weten hoe het verder moet,
en we geen hulp of raad kunnen vinden,
hoewel we van vroeg tot laat bezorgd zijn,
Dan is dit onze enige troost
dat wij allen samen
u aanroepen, trouwe God,
om redding te vragen uit angst en nood
en onze ogen en ons hart naar u opheffen
in waar berouw en pijn
en u smeken om genade
en verzachting van alle straf,
Daarom komen wij, o Here God,
u al onze nood klagen,
omdat wij nu geheel verlaten zijn
en in grote rampspoed en gevaar verkeren.
Kijk niet naar onze grote zonde,
spreek ons daarvan vrij uit genade,
sta ons bij in onze ellende,
bevrijd ons van alle plagen,
opdat wij daarna van harte
met vreugde u kunnen bedanken,
gehoorzaam kunnen zijn naar uw woord,
u altijd prijzen zowel hier als ginds.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 15 september 2022
-
- Opnamedatum
- 30 september en 1 oktober 2021
-
- Locatie
- Grote Kerk Veere
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Sopraan
- Lauren Armishaw
-
- Alt
- Sofia Gvirts
-
- Tenor
- Immo Schröder
-
- Bas
- Donald Bentvelsen
-
- Altviool
- Femke Huizinga
-
- Cello
- Viola de Hoog
-
- Contrabas en violone
- Robert Franenberg
-
- Viola da gamba
- Mieneke van der Velden, Ricardo Rodriguez Miranda, Anna Lachegyi, Alex Baker
-
- Traverso
- Marten Root
-
- Hobo
- Marcel Ponseele, Taka Kitazato
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Trombone
- Simen Van Mechelen, Joost Swinkels
-
- Cornetto
- Étienne Asselin
-
- Orgel
- Leo van Doeselaar
-
- Podiumregie
- Folkert Uhde
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Lilita Dunska, Pim van der Lee
-
- Audiomontage- en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Onno van Ameijde, Carrien Dijkstra, Jasper Verkaart
-
- Licht
- Jörg Bittner, Ernst-Jan Thieme, Bart Verbeet
-
- Best boy
- Patrick Galvin
-
- Beeldmontage
- Robin van Erven Dorens
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Producent concert
- Imke Deters
-
- Producent opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!