So oft ich meine Tobackspfeife
BWV 515 uitgevoerd door Dominik Wörner
in TivoliVredenburg, Utrecht
Achter de muziek
Stichtende rokersgedachten
Een pijp valt en breekt snel – dat is ook ons lot
Dit lied staat tweemaal in het Notenbüchlein uit 1725: een keer zonder tekst en direct ernaast nog eens, nu met tekst en een meer versierde baslijn. Doen de loopjes denken aan kringelende tabaksrook? Simpel gedacht, maar niet simpeler dan de manier waarop de tekst de overeenkomsten tussen mens en pijp verkent: beide gemaakt van aarde, beide zwart door gebruik. Hoe heet de tabak ook brandt, hoed je maar voor de hitte van de hel. Rook dus met aandacht, het menselijk leven indachtig – een heuse lutherse bewustwordingscampagne.
Het Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach
Kort na hun aankomst in Leipzig in 1723 ontpopten Johann Sebastian en Anna Magdalena Bach zich tot een cultureel power couple. Anna Magdalena gaf weliswaar haar succesvolle publieke zangcarrière op, maar daarentegen runde ze samen met haar man een druk muziekbedrijf, naast een groot en groeiend gezin. We hebben minstens twee tastbare sporen van hun huwelijkse relatie in de vorm van twee Notenbüchlein uit 1722 en 1725.
Was het eerste Notenbüchlein nog vooral een soort proef-schriftje met bijvoorbeeld vroege versies van vijf ‘Franse’ suites (en wie weet wat nog, want tweederde van de pagina’s ontbreekt), het tweede gaf Johann Sebastian zijn vrouw duidelijk als cadeau. In netschrift noteerde hij twee Partita’s en verder allerlei muziek naar Anna Magdalena’s eigen keuze, zoals de aria van de Goldbergvariaties, het lied Dir, dir Jehova en ook muziek van componisten als Couperin en Anna Magdalena’s stiefzoon Carl Philipp Emanuel. Samen vormen de Notenbüchlein een bonte mix van aria’s, koralen en suites.
- BWV
- 515-II
- Titel
- So oft ich meine Tobackspfeife
- Instrument
- tenor
- Genre
- liederen en aria's
- Serie
- Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach
- Jaartal
- 1733-1734
- Stad
- Köthen/Leipzig
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
So oft ich meine Tobackspfeife,
mit gutem Knaster angefüllt,
zur Lust und Zeitvertreib ergreife,
so gibt sie mir ein Trauerbild
und füget diese Lehre bei,
dass ich derselben ähnlich sei.
Die Pfeife stammt von Ton und Erde,
auch ich bin gleichfalls draus gemacht,
auch ich muss einst zur Erde werden.
Sie fällt und bricht, eh ihr’s gedacht,
mir oftmals in der Hand entzwei,
mein Schicksal ist auch einerlei.
Die Pfeife pflegt man nicht zu färben,
sie bleibet weiß, also der Schluss:
dass ich auch dermal einst im Sterben
dem Leibe nach erblassen muss.
Im Grabe wird der Körper auch
so schwarz wie sie nach langem Brauch.
Wenn nun die Pfeife angezündet,
so sieht man, wie im Augenblick
der Rauch in freier Luft verschwindet,
nichts als die Asche bleibt zurück.
So wird des Menschen Ruhm verzehrt
und dessen Leib in Staub verkehrt.
Wie oft geschieht’s nicht bei dem Rauchen,
dass, wenn der Stopfer nicht zur Hand,
man pflegt den Finger zu gebrauchen.
Dann denk ich, wenn ich mich verbrannt:
O, macht die Kohle solche Pein,
wie heiß mag erst die Hölle sein?
Ich kann bei so gestalten Sachen
mir bei dem Toback jederzeit
erbauliche Gedanken machen.
Drum schmauch ich voll Zufriedenheit
zu Land, zu Wasser und zu Haus
mein Pfeifchen stets in Andacht aus.
Vertaling
Telkens als ik mijn pijpje pak,
met goede tabak gevuld,
voor mijn plezier en als tijdverdrijf,
komt er een droevig beeld bij me op
en leert het mij deze les:
ik lijk erop.
De pijp is van klei en aarde,
daar ben ik ook van gemaakt,
ook ik moet eens weer aarde worden.
Hij valt en breekt voor ik het weet
dikwijls in mijn hand kapot,
dat is ook mijn lot.
Een pijp wordt meestal niet geverfd,
hij blijft wit, conclusie dus:
als ik eens zal sterven,
verbleekt mijn lichaam ook.
En in het graf wordt het even zwart
als de pijp na lang gebruik.
Als je de pijp hebt aangestoken,
zie je hoe onmiddellijk
de rook in de open lucht verdwijnt,
er blijft alleen as achter.
Zo lost ook de roem van de mens op
en verandert zijn lichaam in stof.
Hoe vaak gebeurt het niet bij het roken,
als je de stopper niet bij de hand hebt,
dat je je vinger gebruikt.
Dan denk ik, als ik me brand:
O, als dit al zo’n pijn doet,
hoe heet zal het dan wel niet in de hel zijn
Als de zaken zo staan
kan ik bij het roken op ieder moment
stichtelijke gedachten denken.
Daarom paf ik heel tevreden
te land, ter zee en in mijn huis
mijn pijpje steeds met aandacht leeg.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 27 juli 2023
-
- Opnamedatum
- 10 oktober 2020
-
- Locatie
- TivoliVredenburg, Amsterdam
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Bas
- Dominik Wörner
-
- Cello
- Lucia Swarts
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Theaterconcept, -regie en -design
- Thomas Höft
-
- Regie opname en beeldmontage
- Bas Wielenga
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee, Rob Strolenberg
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Wesley Schipper, Wouter Revier, Jochem Timmermans, Chiel Hooijman
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Regieassistent
- Ferenc Soeteman
-
- Settechniek
- Justin Mutsaerts
-
- Projectmanager NEP
- Ron Vermeulen
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!