Jesu, der du meine Seele

Jesu, der du meine Seele

BWV 78 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Jos van Veldhoven
Waalse Kerk, Amsterdam

  • Menu
  • 1. Jesu, der du meine Seele (Choral)
  • 2. Wir eilen (Duett)
  • 3. Ach! ich bin (Rezitativ)
  • 4. Dein Blut (Arie)
  • 5. Die Wunden (Rezitativ)
  • 6. Nun, du wirst (Arie)
  • 7. Herr! ich glaube (Choral)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Focus op de onderkant

Het openingskoor van deze cantate lijkt op een chaconne

Eigenlijk zouden we wat vaker naar de onderkant van Bachs muziek moeten luisteren. In 1756 schreef Johann Daube in zijn traktaat over het basso continuo (de constante bas in de barokmuziek) dat Bach die kunst “in de hoogste graad” had beheerst: zijn begeleiding kon een bovenstem leven geven zelfs als die er geen had. Het openingskoor van deze cantate nodigt erg uit om de oren eens wat meer te spitsen naar de onderste stemmen in het orkest, de cello en de contrabas en ook het orgel en het klavecimbel. In dit eerste deel is hun partij namelijk gebouwd op één chromatisch dalende lijn. Het lijkt daardoor een chaconne, een muzikale vorm waarin een korte baslijn continu wordt herhaald en als basis dient voor steeds nieuwe variaties in de bovenstemmen. In dit geval neemt Bach het wat vrijer. De baslijn keert heel vaak op verschillende toonhoogtes terug, niet alleen bij de basinstrumenten, maar ook bij de hobo’s, de zangers, en vervolgens bij de violen. Eigenlijk is dit hele deel een ode aan de bas.

Daarna valt er ineens van alles op aan de onderstemmen. In het duet voor de sopraan en de alt heeft Bach de cello en de toetseninstrumenten bijvoorbeeld gescheiden van de contrabas. De eerste groep is bewegelijker, terwijl de contrabas al tokkelend een rustigere variant speelt. Zo ontstaat een rijk geschakeerde basklank. In het vertwijfelde recitatief voor de tenor klinkt het basso continuo als een harmonisch labyrint. Na de tenoraria (wederom met een getokkelde baspartij!) maakt Bach in het recitatief voor de bas feitelijk het hele strijkorkest tot direct afgeleide van het basso continuo. Na dat alles is in de laatste aria en het koraal onze aandacht wellicht wat gelijker verdeeld tussen melodie en baspartij. En wie nog niet genoeg heeft van de bas – bekijk ook de achtergrondreportage, waarin zanger en bassolist Matthew Brook vertelt over zijn aandeel in deze cantate.

BWV
78
Titel
Jesu, der du meine Seele
Instrument
alt, bas, sopraan, tenor
Genre
cantates
Jaartal
1724
Stad
Leipzig
Tekstdichter
onbekend, eerste en laatste strofe en parafrase van koraal Jesu, der du meine Seele van Johann Rist (1641)
Tekst
Veertiende zondag na Trinitatis
Eerste uitvoering
10 september 1724
Bijzonderheden
Het passacaglia-thema uit het openingskoor heeft Bach ook gebruikt in BWV 4 (Christ lag in Todesbanden) en BWV 12 (Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen) en het Crucifixus uit de ‘Hohe Messe’.

Achtergrondvideo's

Matthew Brook

“Bas Matthew Brook vertelt over de verschillende sferen en emoties in deze cantate.”

Teksten

Origineel

1. Choral
Jesu, der du meine Seele
hast durch deinen bittern Tod
aus des Teufels finstern Höhle
und der schweren Seelennot
kräftiglich herausgerissen
und mich solches lassen wissen
durch dein angenehmes Wort,
sei doch itzt, o Gott, mein Hort!

2. Duett (Sopran, Alt)
Wir eilen mit schwachen,
doch emsigen Schritten,
O Jesu, o Meister, zu helfen zu dir.
Du suchest die Kranken und Irrenden treulich.
Ach höre, wie wir die Stimmen erheben
um Hülfe zu bitten!
Es sei uns dein gnädiges Antlitz erfreulich!

3. Rezitativ (Tenor)
Ach! ich bin ein Kind der Sünden,
ach! ich irre weit und breit.
Der Sünden Aussatz, so an mir zu finden,
Verlässt mich nicht in dieser Sterblichkeit.
Mein Wille trachtet nur nach Bösen.
Der Geist zwar spricht: ach! wer wird mich erlösen?
Aber Fleisch und Blut zu zwingen
und das Gute zu vollbringen,
ist über alle meine Kraft.
Will ich den Schaden nicht verhehlen,
so kann ich nicht,
wie oft ich fehle, zählen.
Drum nehm ich nun der Sünden
Schmerz und Pein
und meiner Sorgen Bürde,
so mir sonst unerträglich würde,
ich liefre sie dir, Jesu, seufzend ein.
Rechne nicht die Missetat,
die dich, Herr, erzürnet hat!

4. Arie (Tenor)
Das Blut, so meine Schuld durchstreicht,
macht mir das Herze wieder leicht
und spricht mich frei.
Ruft mich der Höllen Heer zum Streite,
so stehet Jesus mir zur Seite,
dass ich beherzt und sieghaft sei.

5. Rezitativ (Bass)
Die Wunden, Nägel, Kron und Grab,
die Schläge, so man dort
dem Heiland gab,
sind ihm nunmehro Siegeszeichen
und können mir verneute Kräfte reichen.
Wenn ein erschreckliches Gericht
Den Fluch vor die Verdammten spricht,
so kehrst du ihn in Segen.
Mich kann kein Schmerz
und keine Pein bewegen,
weil sie mein Heiland kennt;
Und da dein Herz vor mich in Liebe brennt,
so lege ich hinwieder
das meine vor dich nieder.
Dies mein Herz, mit Leid vermenget,
so dein teures Blut besprenget,
so am Kreuz vergossen ist,
geb ich dir, Herr Jesu Christ.

6. Arie (Bass)
Nun du wirst mein Gewissen stillen,
so wider mich um Rache schreit.
Ja, deine Treue wird’s erfüllen,
Weil mir dein Wort die Hoffnung beut.
Wenn Christen an dich glauben,
wird sie kein Feind in Ewigkeit
aus deinen Händen rauben.

7. Choral
Herr, ich glaube, hilf mir Schwachen,
lass mich ja verzagen nicht;
du, du kannst mich stärker machen,
wenn mich Sünd und Tod anficht.
Deiner Güte will ich trauen,
bis ich fröhlich werde schauen dich,
Herr Jesu, nach dem Streit
in der süssen Ewigkeit.

Vertaling

1. Koor
Jezus, die mijn ziel
door uw bittere dood
uit de duistere grot van de hel
en uit de zware zielenood
krachtig hebt weggetrokken
en mij dat hebt laten weten
door uw weldadige woord,
wees toch nu, o God, mijn toevlucht!

2. Duet (sopraan, alt)
Wij snellen met zwakke,
maar ijverige stappen,
o Jezus, o meester, naar u toe om hulp te vragen.
U zoekt getrouw de zieken en de dwalenden.
Ach, hoor hoe wij onze stem verheffen
om hulp te vragen!
Laat uw genadige gelaat ons verblijden!

3. Recitatief (tenor)
Ach! ik ben een kind van de zonde,
ach! ik dwaal overal.
De kwaal van de zonden, die ik onder de leden heb
verlaat mij niet in deze sterfelijkheid.
Mijn wil streeft alleen naar het kwaad.
De geest zegt wel: ach! wie zal mij verlossen?
maar vlees en bloed bedwingen
en het goede volbrengen
gaat mijn krachten te boven.
Als ik mijn gebreken niet wil verhelen,
dan kan ik niet tellen
hoe vaak ik zondig.
Daarom neem ik nu de smart en de pijn
van mijn zonden
en de last van mijn zorgen,
die anders ondraaglijk voor me zou zijn,
en ik leg ze zuchtend bij u, Jezus, neer.
Reken mij de misdaden niet aan
die u, Heer, hebben  vertoornd.

4. Aria (tenor)
Het bloed dat mijn schuld dóórstreept
maakt mijn hart weer licht
en spreekt mij vrij.
Als het helleleger mij ten strijde roept,
dan staat Jezus mij bij
om me moed te geven en te laten overwinnen.

5. Recitatief (bas)
De wonden, spijkers, kroon en graf,
de slagen die ze daar
mijn Heiland hebben toegebracht
zijn voor hem voortaan overwinningstekens
en kunnen mij nieuwe kracht geven.
Als een verschrikkelijk oordeel
de vloek over de verdoemden uitspreekt,
dan verandert u die in zegen.
Mij kan geen smart
en geen pijn treffen,
omdat mijn Heiland ze kent;
en omdat uw hart voor mijn liefde brandt,
leg ik op mijn beurt
het mijne voor u neer.
Dit hart van mij, vol met leed,
besprenkeld door uw bloed,
dat aan het kruis is vergoten,
geef ik u, Heer Jezus Christus.

6. Aria (bas)
Nu zult u mijn geweten stillen,
dat schreeuwt om wraak op mij,
ja, uw trouw zal dat volbrengen,
omdat uw woord mij hoop geeft.
Als christenen in u geloven,
zal in eeuwigheid geen vijand
hen uit uw handen rukken.

7. Koraal
Heer, ik geloof, help mij, zwakkeling,
laat mij de moed niet verliezen;
u, u kunt mij sterker maken
als zonde en dood mij in verzoeking brengen.
Op uw goedheid wil ik vertrouwen
totdat ik u verheugd zal aanschouwen,
Heer Jezus, na de strijd,
in de zoete eeuwigheid.

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    5 september 2019
  • Opnamedatum
    10 februari 2018
  • Locatie
    Waalse Kerk, Amsterdam
  • Dirigent
    Jos van Veldhoven
  • Sopraan
    Maria Keohane
  • Alt
    Tim Mead
  • Tenor
    Daniel Johannsen
  • Bas
    Matthew Brook
  • Ripiënisten sopraan
    Hilde Van Ruymbeke, Marjon Strijk
  • Ripiënisten alt
    Barnabás Hegyi, Marleene Goldstein
  • Ripiënisten tenor
    Kevin Skelton, Guy Cutting
  • Ripiënisten bas
    Drew Santini, Matthew Baker
  • Viool 1
    Shunske Sato, Anneke van Haaften, Pieter Affourtit
  • Viool 2
    Sayuri Yamagata, Lidewij van der Voort, Paulien Kostense
  • Altviool
    Staas Swierstra, Jan Willem Vis
  • Cello
    Lucia Swarts, Richte van der Meer
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Traverso
    Marten Root
  • Hobo
    Martin Stadler, Peter Frankenberg
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Tromba da tirarsi
    Robert Vanryne
  • Orgel
    Leo van Doeselaar
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Regie en beeldmontage
    Bas Wielenga
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
  • Audiomontage- en mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Merijn Vrieling, Ivo Palmen, Martin Struijf, Bjorn Tiebout
  • Licht
    Zen Bloot, Henry Rodgers, Patrick Galvin
  • Regieassistent
    Ferenc Soeteman
  • Beeldtechniek
    Vincent Nugteren
  • Settechniek
    Dennis van Hoek
  • Datahandling
    Jesper Blok
  • Projectmanager NEP
    Peter Ribbens
  • Interview
    Onno van Ameijde, Marloes Biermans
  • Productie concert
    Imke Deters
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!