Jesus schläft, was soll ich hoffen
BWV 81 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Waalse Kerk, Amsterdam
Achter de muziek
Levensstormen
Bach ontketent theater in de kerk
Bij zijn benoeming tot Thomascantor in 1723 kreeg Bach te horen dat zijn kerkmuziek niet te ‘opernhafftig’ mocht zijn, niet te opera-achtig. Zouden de heren van de Leipziger raad op de voorlaatste januaridag van 1724 aan de bepaling hebben teruggedacht? De cantate op die vierde zondag na Epifanie (Driekoningen) was Jesus schläft, was soll ich hoffen. De tekst heeft Matteüs 8:23-27 als onderwerp, over de discipelen op het meer die bang zijn voor de storm terwijl Jezus rustig slaapt. Ze wekken hem, waarna hij de wind tot bedaren brengt. Bach en zijn tekstdichter hebben er een beeldende scène van opera-achtige kwaliteit aan verbonden. "Bach is hier extreem theatraal", vindt bas Stephan MacLeod.
Een openingskoor is er niet, de alt mag zich direct afvragen: Jezus slaapt, wat heb ik te hopen? In deze eerste aria voegt Bach aan het strijkersensemble twee altblokfluiten toe die amper een zelfstandige rol vervullen en hoofdzakelijk de vioolpartijen een octaaf hoger verdubbelen. Het gaat hier duidelijk om de klankkleur: de lieflijke blokfluit wordt in de barok vaak ingezet als de slaap of dood ter sprake komt. Hier zijn ze beide aan de orde! Dit is niet zomaar een slaapliedje, het is tegelijk ook een klaagzang om het vermeende uitblijven van hulp in het aangezicht van de dood.
Die storm breekt los in de tweede aria, waar de tenor door voortrazende snelle noten van de strijkers wordt vergezeld. Te midden van het geweld treedt driemaal een korte periode van rust op (adagio): een modelvoorstelling van de christen met Godsvertrouwen. Maar even zo vaak steken de levensstormen hun kop weer op, in een poging dat vertrouwen te ondermijnen.
De woorden van de ontwaakte Jezus zijn toebedeeld aan de bas, die in een kort arioso de cruciale vraag stelt: Jullie kleingelovigen, waarom zo bang? Dit arioso is het vierde deel van de zevendelige cantate en vormt dus letterlijk het hart ervan. In de aria die erop volgt, maant Jezus de storm en het meer met gezag tot bedaren. Stephan MacLeod hoort dat gezag vooral in de partijen van de twee hobo’s d’amore. De les volgt in het erop volgende recitatief en het afsluitende koraal: vertrouw te allen tijde op Jezus. Het slotkoraal is de tweede strofe uit het koraal Jesu, meine Freude, dat we van Bach ook in motetvorm kennen.
- BWV
- 81
- Titel
- Jesus schläft, was soll ich hoffen
- Instrument
- alt, bas, tenor
- Genre
- cantates
- Jaartal
- 1724
- Stad
- Leipzig
- Tekstdichter
- onbekend, psalm 10:1 en Mattheus 8:26, koraal van Johann Franck (1653)
- Bestemming
- vierde zondag na Epifanie (Driekoningen)
- Eerste uitvoering
- 30 januari 1724
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
1. Arie (Alt)
Jesus schläft, was soll ich hoffen?
Seh ich nicht
mit erblasstem Angesicht
schon des Todes Abgrund offen?
2. Rezitativ (Tenor)
Herr! Warum trittest du so ferne?
Warum verbirgst du dich zur Zeit der Not,
da alles mir ein kläglich Ende droht?
Ach, wird dein Auge nicht durch meine Not beweget
so sonsten nie zu schlummern pfleget?
Du wiesest ja mit einem Sterne
vordem den neubekehrten Weisen,
den rechten Weg zu reisen.
Ach leite mich durch deiner Augen Licht,
weil dieser Weg nichts als Gefahr verspricht.
3. Arie (Tenor)
Die schäumenden Wellen von Belials Bächen
verdoppeln die Wut.
Ein Christ soll zwar
wie Wellen stehn,
wenn Trübsalswinde um ihn gehn,
doch suchet die stürmende Flut
die Kräfte des Glaubens zu schwächen.
4. Arioso (Bass)
Ihr Kleingläubigen, warum seid ihr so furchtsam?
5. Arie (Bass)
Schweig, aufgetürmtes Meer!
Verstumme, Sturm und Wind!
Dir sei dein Ziel gesetzet,
damit mein auserwähltes Kind
kein Unfall je verletzet.
6. Rezitativ (Alt)
Wohl mir, mein Jesus spricht ein Wort,
mein Helfer ist erwacht,
so muss der Wellen Sturm,
des Unglücks Nacht
und aller Kummer fort.
7. Choral
Unter deinen Schirmen
bin ich für den Stürmen
aller Feinde frei.
Lass den Satan wittern,
Lass den Feind erbittern,
Mir steht Jesus bei.
Ob es itzt gleich kracht und blitzt,
ob gleich Sünd und Hölle schrecken,
Jesus will mich decken.
Vertaling
1. Aria (alt)
Jezus slaapt, wat moet ik hopen?
Zie ik niet nu al
met een bleek gezicht
hoe de afgrond van de dood zich opent?
2. Recitatief (tenor)
Heer, waarom blijft u zo ver weg?
Waarom verbergt u zich in deze tijd van nood,
nu alles mij dreigt met een ellendig einde.
Ach, raakt mijn nood uw ogen niet,
die anders toch nooit sluimeren?
U hebt toch destijds met een ster
de pas bekeerde wijzen
de juiste weg gewezen?
Ach, leid mij met het licht van uw ogen,
want deze weg belooft alleen maar gevaar.
3. Aria (tenor)
De schuimende golven van Belials stromen
verdubbelen het woeden.
Een christen moet weliswaar
als een bolwerk blijven staan
wanneer winden van ellende om hem heen waaien,
maar de stormvloed probeert
de krachten van het geloof te verzwakken.
4. Arioso (bas)
O kleingelovigen, waarom zijn jullie zo bang?
5. Aria (bas)
Zwijg, opgezweepte zee!
Verstom, storm en wind!
er moet een eind aan jullie komen
opdat mijn uitverkoren kind
nooit door een ongeluk wordt verwond.
6. Recitatief (alt)
Ik ben gelukkig, mijn Jezus spreekt een woord,
mijn helper is wakker geworden,
nu moeten de storm van de golven,
de nacht van het ongeluk
en alle smart verdwijnen.
7. Koraal
Onder uw bescherming
kunnen de stormen van alle vijanden
mij niet deren.
Laat de satan maar woeden,
laat de vijand maar tieren,
mij staat Jezus bij.
Of het nu dondert en bliksemt,
of zonde en hel nu angst aanjagen,
Jezus wil mij beschermen.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 27 oktober 2017
-
- Opnamedatum
- 21 januari 2017
-
- Locatie
- Waalse Kerk, Amsterdam
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Sopraan
- Marjon Strijk
-
- Alto
- Robin Blaze
-
- Tenor
- Daniel Johannsen
-
- Bas
- Stephan MacLeod
-
- Viool 1
- Sayuri Yamagata, Lidewij van der Voort
-
- Viool 2
- Annelies van der Vegt, Paulien Kostense, Anneke van Haaften
-
- Altviool
- Staas Swierstra, Jan Willem Vis
-
- Cello
- Lucia Swarts, Ruth Verona
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Blokfluit
- Martin Stadler, Benny Aghassi
-
- Hobo
- Martin Stadler, Peter Frankenberg
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Orgel
- Leo van Doeselaar
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Regie
- Bas Wielenga
-
- Regieassistent
- Ferenc Soetman
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage -en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Merijn Vrieling, Martin Struijf, Chris Reichgelt, Thijs Struick
-
- Camera stagiair
- Klazina Westra
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Lichtassistent
- Henry Rodgers, Teun Pulles
-
- Beeldtechniek
- Vincent Nugteren
-
- Stagiair beeldtechniek
- Jildert Hof
-
- Settechniek
- Justin Mutsaers
-
- Datahandling
- Jesper Blok
-
- Projectmanager NEP
- Peter Ribbens
-
- Interview
- Onno van Ameijde, Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!