thema grote werken - Matthäus-Passion

verrijkingsopdrachten

De Matthäus-Passion is één van de bekendste werken van Bach.

• Opdracht 1: hoe maakte Bach in dit stuk gebruik van koren? En wat zijn de verschillen tussen de stukken die Jezus zingt en de stukken van de Evangelist?
In de Matthäus-Passion komen passages voor waarbij het koor in het verhaal een menigte vertolkt, begeleid door het orkest. Een dergelijk stuk wordt ook kortweg 'koor' genoemd.

a. Beluister het koor "Sind Blitze, sind Donner" uit de Matthäus-Passion een aantal keren en lees de onderstaande woorden. Welke vind je passen bij de muziek? Kruis deze aan.

o snel o zacht o agressief
o futloos o luid o zielig
o vredig o woedend o triomfantelijk
o opruiend o krachtig o heftig
o gemeen o langzaam o vurig

Opdracht 1a

Fragment Sind Blitze Sind Donner

b. Zoek vervolgens op het internet een Nederlandse vertaling van de tekst. Vind je de muziek passen bij de tekst? Beschrijf waarom je dat wel/niet vindt.

• Opdracht 2: Het verhaal van Matthäus over de kruisiging van Jezus wordt zingend verteld door de zogenaamde evangelist.
Hij wordt daarbij alleen begeleid door het orgel en een laag strijkinstrument, zoals een cello. Dit noemt men een recitatief, omdat de evangelist de woorden van het verhaal al zingende reciteert op een melodie. Als Jezus aan het woord is heeft Bach ervoor gekozen om de begeleiding uit te breiden met violen, altviolen en celli, de strijkinstrumenten dus. Daardoor lijkt het alsof er een soort stralenkrans om hem heen klinkt terwijl hij zingt.

a. Luister naar vijf fragmenten van recitatieven uit de Matthäus-Passion. Hoor je Jezus of de evangelist?

Opdracht 2a

Recitatief fragment 1

Opdracht 2a

Recitatief fragment 2

Opdracht 2a

Recitatief fragment 3

Opdracht 2a

Recitatief fragment 4

Opdracht 2a

Recitatief fragment 5

b. Kort voordat Jezus aan het kruis overlijdt zingt hij deze woorden:
"Eli lama asabthani?"
Luister naar dit recitatief van Jezus:

Opdracht 2b

Fragment Eli lama asabthani

c. Zoek de Nederlandse vertaling hiervan. Welke taal is dit?
d. Luister nogmaals naar het recitatief van Jezus. Wat is anders dan in de recitatieven van Jezus die je in opdracht a hebt gehoord? Beschrijf waarom Bach hiervoor gekozen zou kunnen hebben. Denk ook aan de betekenis van de tekst.