'Brandenburgs' concert nr. 3 in G groot
BWV 1048 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam
Achter de muziek
Wonderlijk
Bach kiest voor een ongewone vorm en bezetting
Dit concert valt op door zijn ongewone vorm en bezetting. Bach componeerde het voor drie violen, drie altviolen, drie cello’s en basso continuo. Oftewel 3x3, een rationele keuze die je eerder van een modernist als Pierre Boulez zou verwachten dan van een barokcomponist als Bach. Een onderscheid tussen solo- en ensemble-instrumenten is er niet, alle strijkers zijn zowel solist als tutti-speler.
Het is de vraag of Bach deze bezetting aanvankelijk zo gepland heeft. In het laatste deel hebben de cello’s geen individuele rol, zij vallen eensgezind samen met het continuo. Ook in het eerste deel vormen zij de minst opgesplitste groep. Het zou erop kunnen duiden dat aan dit concert een versie ten grondslag heeft gelegen met slechts één cellopartij.
Wat aan de vorm opvalt, is het ontbreken van een volwassen langzaam middendeel. De twee snelle delen worden van elkaar gescheiden door een adagio van één maat dat slechts twee lang aangehouden akkoorden bevat, een harmonische cadens die meer als bruggetje en korte adempauze gedacht lijkt. Shunske Sato besloot om het middendeel in deze uitvoering ook echt een adempauze te laten en speelt hier een korte cadens.
Beide snelle delen worden gekenmerkt door een stevige ritmische drive. In het eerste deel overheerst een galopperend ritme, in het laatste spoelen snelle noten als een perpetuum mobile door de instrumentengroepen. Toen Bach het eerste deel later hergebruikte als inleidende sinfonia tot de Pinkstercantate Ich liebe den Höchsten von ganzem Gemüte, BWV 174, voegde hij aan de strijkersbezetting twee hobo’s, althobo (‘taille’) en hoorns toe, en aan het continuo een fagot.
'Brandenburgse' concerten, BWV 1046-1051
In maart 1721 zond Bach vanuit Köthen een handschrift getiteld “zes concerten met verscheidene instrumenten” (“Six concerts avec plusieurs instruments”) naar Berlijn, met een opdracht aan Christian Ludwig (1677-1734), markgraaf van Brandenburg-Schwedt. In het voorwoord verklaarde Bach dat hij “een paar jaar eerder” voor de markgraaf had gemusiceerd, en toentertijd had beloofd “enige van zijn composities” op te sturen. Dat was waarschijnlijk tijdens een bezoek aan Berlijn in maart 1719, toen Bach naar de Pruisische hoofdstad was afgereisd om een nieuw klavecimbel voor het hof in Köthen in ontvangst te nemen. De muziek die hij een paar jaar later aan de markgraaf stuurde – later bekend geworden als de 'Brandenburgse' Concerten – is Bachs ultieme kijk op het belangrijkste grootschalige instrumentale genre van zijn tijd: het concert.
Het gaat bij een concert vrijwel altijd om een (combinatie van) solo-instrument(en) en een ensemble. Het centrale idee is de afwisseling tussen één of meerdere solisten en het gehele ensemble in een soort speelse competitie. In de zes 'Brandenburgse' Concerten verkent Bach alle uithoeken van dit genre in zowel bezetting als de manier waarop hij de vorm naar zijn hand zet: alle algemeen gebruikte strijk- en blaasinstrumenten en het klavecimbel passeren solistisch de revue, de muzikale vormen reiken van hofdansen tot bijna-fuga’s, en de relatie tussen de solo- en tutti-instrumenten is steeds weer anders. Zo bieden de zes concerten samen een virtuoze staalkaart van het concert in de Barok.
- BWV
- 1048
- Titel
- Concert in G groot
- Bijnaam
- 'Brandenburgs' concert nr. 3
- Instrument
- altviool, viool
- Genre
- orkestwerken
- Serie
- Brandenburgse concerten
- Jaartal
- 1719-1720
- Stad
- Köthen
- Bestemming
- In 1721 opgedragen aan markgraaf Christian Ludwig van Brandenburg
- Bijzonderheden
- Bach gebruikte het eerste deel in 1729 als sinfonia in de cantate Ich liebe den Höchsten von ganzem Gemüte, BWV 174.
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 1 september 2017
-
- Opnamedatum
- 7 oktober 2016
-
- Locatie
- Muziekgebouw aan 't IJ, Amsterdam
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Viool
- Paulien Kostense, Emily Deans
-
- Altviool
- Pieter Affourtit, Anneke van Haaften, Jan Willem Vis
-
- Cello
- Lucia Swarts, Barbara Kernig, Shuhei Takezawa
-
- Contrabas
- Hen Goldsobel
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Regie
- Lucas van Woerkum
-
- Regieassistent
- Stijn Berkhouwer
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Bart ten Harkel, Thijs Struick, Martin Struijf
-
- Stagiair camera
- Klazina Westra
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Settechniek
- Justin Mutsaers
-
- Datahandling
- Jesper Blok
-
- Projectmanager NEP
- Peter Ribbens
-
- Interview
- Onno van Ameijde, Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Marco Meijdam
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!