Geist und Seele wird verwirret
BWV 35 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Jos van Veldhoven
Martinikerk, Groningen
Achter de muziek
Halsbrekende toeren
Van verbazing en verwondering naar een spectaculair slot
Al meteen bij de fraaie instrumentale inleiding ontstaat het gevoel dat Bach hier iets bijzonders doet. En dat klopt, deze solocantate voor alt is heel feestelijk en ongebruikelijk lang. Bach schreef dit stuk in 1726, voor zijn derde reeks cantates. Hij had toen al verschillende concepten uitvoerig uitgeprobeerd en had duidelijk behoefte aan nieuwe impulsen, zoals een grotere instrumentale inbreng. Allebei de delen beginnen dan ook met een sinfonia. Uitzonderlijk, want dat deed Bach in geen enkele andere cantate. Het eerste deel werd voor de preek uitgevoerd, het tweede deel erna. Nog een nieuw element was de obligate orgelpartij. Het materiaal voor deze toevoegingen ontleende Bach naar alle waarschijnlijkheid aan eerdere composities, die hij zo nieuw leven inblies.
De tekst draait om de genezing van een doofstomme door Jezus, en om de blijdschap die daarop volgt. De virtuoze orgelpartij is vanaf het begin manifest, terwijl het hobotrio een veel minder prominente rol speelt. Na een wervelende instrumentale opening met een glansrol voor het orgel ontrolt zich in een traag dansritme een warme aria. Daarin verwondert de alt zich samen met het orgel over de wonderen van God. Als de alt in het recitatief enigszins bekomen is, barst die op een bedje van vederlichte orgeltonen los in een lofprijzing, doorspekt met vele coloraturen.
De snelle tweede sinfonia is, net als het erop volgende recitatief, de vooraankondiging van de vereniging met God. In een gloedvolle afsluitende jubelzang blijkt de alt niets liever te willen dan een halleluja aanheffen met de engelenschaar. Om dat te illustreren heeft Bach hier kwistig rondgestrooid met halsbrekende vocale toeren. Het kan niet anders of hij heeft bij deze cantate een specifieke, uitmuntende zanger voor ogen gehad. De virtuoze orgelpartij heeft hij waarschijnlijk zelf gespeeld.
- BWV
- 35
- Titel
- Geist und Seele wird verwirret
- Instrument
- alt
- Genre
- cantates
- Jaartal
- 1726
- Stad
- Leipzig
- Tekstdichter
- Georg Christian Lehms, 1711
- Bestemming
- Twaalfde zondag na Trinitatis
- Eerste uitvoering
- 8 september 1726
- Bijzonderheden
- BWV 35 is de enige cantate met twee sinfonia's. Het materiaal is waarschijnlijk ontleend aan eerdere composities. Mogelijk zijn de delen 1, 2 en 5 afkomstig uit een klavecimbelconcert, waarvan slechts een fragment bewaard is gebleven (BWV 1059).
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Erster Teil
1. Concerto
2. Arie (Alt)
Geist und Seele wird verwirret,
wenn sie dich, mein Gott, betracht’.
Denn die Wunder, so sie kennet
und das Volk mit Jauchzen nennet,
hat sie taub und stumm gemacht.
3. Rezitativ (Alt)
Ich wundre mich;
denn alles, was man sieht
muss uns Verwundrung geben.
Betracht ich dich,
du teurer Gottessohn,
so flieht Vernunft und auch Verstand davon.
Du machst es eben,
dass sonst ein Wunderwerk
vor dir was Schlechtes ist.
Du bist dem Namen,
Tun und Amte nach erst wunderreich,
dir ist kein Wunderding
auf dieser Erde gleich.
Den Tauben gibst du das Gehör,
den Stummen ihre Sprache wieder,
Ja, was noch mehr,
du öffnest auf ein Wort
die blinden Augenlider.
Dies, dies sind Wunderwerke,
und ihre Stärke
ist auch der Engel Chor
nicht mächtig auszusprechen.
4. Arie (Alt)
Gott hat alles wohlgemacht.
Seine Liebe, seine Treu
wird uns alle Tage neu.
Wenn uns Angst und Kummer drücket,
hat er reichen Trost geschicket,
weil er täglich für uns wacht.
Gott hat alles wohlgemacht.
Zweiter Teil
5. Sinfonia
6. Rezitativ (Alt)
Ach, starker Gott, lass mich
doch dieses stets bedenken,
so kann ich dich
vergnügt in meine Seele senken.
Lass mir dein süsses Hephata
das ganz verstockte Herz erweichen;
ach! lege nur den Gnadenfinger
in die Ohren,
sonst bin ich gleich verloren.
Rühr auch das Zungenband
mit deiner starken Hand,
damit ich diese Wunderzeichen
in heilger Andacht preise
und mich als Erb und Kind erweise.
7. Arie (Alt)
Ich wünsche nur bei Gott zu leben.
Ach! wäre doch die Zeit schon da,
ein fröhliches Halleluja
mit allen Engeln anzuheben.
Mein liebster Jesu, löse doch
das jammerreiche Schmerzensjoch
und lass mich bald in deinen Händen
mein martervolles Leben enden.
Vertaling
Eerste deel
1. Concerto
2. Aria (alt)
Geest en ziel raken in verwarring
wanneer ze u, mijn God, aanschouwen.
Want van de wonderen die ze kennen
en die het volk juichend opsomt,
zijn ze doof en stom geworden.
3. Recitatief (alt)
Ik verwonder mij;
want alles wat wij zien
moet ons tot verwondering brengen.
Als ik u aanschouw,
o dierbare Zoon van God,
dan vluchten rede en verstand.
U zorgt er gewoon voor
dat andere wonderwerken
vergeleken met u niets waard zijn.
Pas u bent wat naam,
daden en ambt betreft, wonderbaarlijk;
met u is geen enkel wonder
op deze aarde te vergelijken.
Doven geeft u het gehoor terug,
stommen het spreken;
ja, wat nog meer,
met één woord opent u
blinde oogleden.
Dit, dit zijn wonderwerken,
en hun kracht
kan zelfs het engelenkoor
niet uitspreken.
4. Aria (alt)
God heeft alles welgedaan.
Zijn liefde, zijn trouw
worden voor ons dagelijks vernieuwd.
Als angst en zorgen op ons drukken,
heeft hij rijke troost gezonden,
omdat hij dagelijks over ons waakt:
God heeft alles welgedaan.
Tweede deel
5. Sinfonia
6. Recitatief (alt)
Ach, sterke God, laat mij
dit toch steeds bedenken,
dan kan ik u
verheugd in mijn ziel laten neerdalen.
Laat uw zoete 'Effatha'
het volkomen verstokte hart verzachten;
ach, leg slechts
uw genadige vinger in mijn oren,
anders ben ik straks verloren.
Raak ook mijn tongriem aan
met uw sterke hand,
opdat ik die wondertekenen
in heilige vroomheid prijs
en mij een kind en erfgenaam betoon.
7. Aria (alt)
Ik wens alleen maar bij God te leven.
Ach, was de tijd maar vast gekomen
om een vrolijk halleluja
aan te heffen samen met alle engelen!
Mijn liefste Jezus, verwijder toch
het jammerlijke juk van mijn pijn
en laat mij weldra in uw handen
mijn martelende leven beëindigen!
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 6 mei 2016
-
- Opnamedatum
- 26 september 2015
-
- Locatie
- Martinikerk, Groningen
-
- Dirigent
- Jos van Veldhoven
-
- Alt
- Maarten Engeltjes
-
- Orgel
- Leo van Doeselaar
-
- Viool 1
- Shunske Sato, Annabelle Ferdinand, Anneke van Haaften, Annelies van der Vegt
-
- Viool 2
- Sayuri Yamagata, Pieter Affourtit, Paulien Kostense
-
- Altviool
- Staas Swierstra, Deirdre Dowling
-
- Cello
- Lucia Swarts, Richte van der Meer
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Hobo
- Martin Stadler, Peter Frankenberg, Hanna Lindeijer
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Cameraregie en montage
- Simon Aarden
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Micha de Kanter
-
- Audiomontage en -mixage
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Jorrit Garretsen, Bart Ten Harkel, Chris Reichgelt, Jochem Timmerman
-
- Licht
- Daan de Boer, Gijs 't Hoen
-
- Regie-assistentie
- Niek Wijns
-
- Beeld techniek
- Niels Cnossen
-
- Beeldmontage
- Pjotr 's Gravesande
-
- Productie techniek
- Marco Korzelius
-
- Interview
- Onno van Ameijde
-
- Productie concert
- Marco Meijdam, Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
-
- Met dank aan
- Jan Haak
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!