Fantasie en fuga in g klein
BWV 542 uitgevoerd door Leo van Doeselaar
Martinikerk, Groningen
Achter de muziek
Een open sollicitatie te Hamburg
Bach bewees de oude, in Deventer geboren organist Reincken eer met een fugathema ontleend aan een Nederlands volksliedje
Van veel orgelwerken van Bach is slechts bij benadering bekend van wanneer ze dateren. Dat is anders bij deze Fantasia en fuga. Bach voerde deze stukken uit in Hamburg, waar in 1720 de post van organist van de Jacobikerk was vrijgekomen. Tijdens een meer dan twee uur durend recital liet hij horen wat hij als organist allemaal in huis had, en sloeg zijn toehoorders met stomheid. Daaronder ook de oud-organist Reincken, de eminence grise van het Hamburgse muziekleven. Hij loofde Bachs improvisatiekunst met de woorden: ‘Ik dacht dat deze vaardigheid was uitgestorven, maar ik zie dat ze in u voorleeft.’ Toch was Bach niet echt van plan om op de vacature in te gaan. Hij had nog maar drie jaar geleden een positie als kapelmeester in Köthen aanvaard, juist om zijn vleugels ook vocaal uit te kunnen slaan en zich te ontdoen van het beperkende etiket ‘orgelvirtuoos’. Wellicht heeft Bach wél een oogje gehad op het cantoraat van de Hamburgse Johannesschool, een baan die spoedig vrij zou komen. Uiteindelijk werd Telemann daarvoor verkozen, en kreeg Bach niet veel later een vergelijkbare aanstelling in Leipzig.
Hoe het zij, met de ambitieuze omvang en opzet van zijn Fantasia en fuga bevestigde Bach zijn reputatie. De adembenemende fantasia gaat van start als een volkomen vrije improvisatie, maar ontpopt zich vervolgens als een retorisch betoog. Overdonderende, ietwat dreigende passages worden afgewisseld met afgewogen en punctuele kanttekeningen. Alle registers worden opengetrokken, van opeenstapelingen van chromatiek tot allerlei verrassende harmonische wendingen, waarmee het pedaal ten slotte korte metten maakt. De erop volgende virtuoze fuga lijkt een extra eerbetoon te bevatten aan de oude, in Deventer geboren Reincken. Het thema ervan is namelijk ontleend aan een vrolijk Nederlands liedje, ‘Ik ben gegroet van’, uit de verzameling Oude en Nieuwe Hollantse Boeren Lieties. Het vereiste stevige voetenwerk voert de feestelijkheid ten top.
- BWV
- 542
- Titel
- Fantasie en fuga in g klein
- Bijnaam
- 'Grote'
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Jaartal
- ca. 1720
- Stad
- Hamburg
- Bijzonderheden
- Afzonderlijk van elkaar overgeleverd en pas rond 1800 samengevoegd.
Met steun van
Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Delft
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 20 juni 2014
-
- Opnamedatum
- 8 oktober 2013
-
- Locatie
- Martinikerk, Groningen
-
- Organist
- Leo van Doeselaar
-
- Orgelregistratie
- Tim Knigge
-
- Orgel
- Arp Schnitger, 1692
-
- Productie
- Frank van der Weij
-
- Cameraregie en montage
- Jan Van den Bossche, Frank van der Weij
-
- Directors of photography
- Jorrit Garretsen, Sal Kroonenberg
-
- Muziekopname, -montage en -mix
- Holger Schlegel
-
- Montage
- Dylan Glyn Jones
-
- Kleurcorrectie
- Jef Grosfeld
-
- Productie-assistentie
- Marco Meijdam, Zoë de Wilde
-
- Interview
- Onno van Ameijde
-
- Met dank aan
- Jan Haak
-
- Met steun van
- Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Delft
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!