Wer nur den lieben Gott lässt walten
BWV 642 uitgevoerd door Dorien Schouten
Bovenkerk, Kampen
Achter de muziek
Opgewekte tred
Met een kort en ritmisch motief onderstreept Bach de stemming van de koraaltekst
Wer nur den lieben Gott lässt walten bevindt zich richting het einde van het Orgelbüchlein. Het staat in een groepje koralen die niet precies in het kerkelijk jaar zijn in te passen. Ze werden waarschijnlijk opgenomen omdat ze geliefd of veel gebruikt waren in Weimar, waar Bach het Orgelbüchlein componeerde.
De tekst en melodie van Wer nur den lieben Gott stammen beiden van Georg Neumark (1621-1681), bibliothecaris, secretaris en hofdichter in Weimar. In het jaar van zijn dood schreef hij over de oorsprong van het lied. Na ongeluk en grote armoede tijdens een verblijf in Hamburg in de winter van 1641-42 vond hij plots toch een baantje, “welk snelle en als het ware uit de hemel gevallen geluk mij zeer verblijdde; en meteen de eerste dag schreef ik, om mijn lieve God te eren, het wijd en zijd welbekende lied Wer nur den lieben Gott lässt walten”. Een andere bron voegt eraan toe dat hij zijn viola da gamba had moeten verpanden en maar wat blij was toen hij het instrument, dat hij voortreffelijk bespeelde, weer terug had.
Uit de tekst spreekt dan ook optimistisme en vertrouwen. Deze sentimenten laten zich niet zo eenvoudig in muziek vertalen. Toch lijkt Bach in die richting te hebben gedacht. Onder de koraalmelodie klinkt voortdurend een bewegelijke anapest (tata-tam), zonder gecompliceerd contrapunt maar in harmonieuze parallelle tertsen. Het resultaat is een opgewekte tred. Al kun je deze beweging ook meer martiaal opvatten, zoals organiste Dorien Schouten doet. Ze vertelt daarover in het interview.
Orgelbüchlein, BWV 599-644
Bach begon al in zijn tijd als hoforganist in Weimar (1708-1714) een eerste collectie aan te leggen van koraalbewerkingen en koraalvoorspelen (composities op basis van lutherse kerkliederen). Deze waren bedoeld voor in de kerkdienst, de voorspelen als inleiding voor de gemeentezang. Blijkens de inhoudsopgave in Bachs manuscript had het een bundel met 164 composities moeten worden, maar het werden er uiteindelijk niet meer dan 46 (BWV 599-644). Die ordening, gecombineerd met de geringe lengte van de stukken, wijst erop dat Bach van plan is geweest een complete cyclus van koraalbewerkingen samen te stellen. Later, in zijn tijd in Köthen, voorzag hij de bundel van een titelpagina. Daarop staat: Orgel-Büchlein, Worinne einem anfahenden Organisten Anleitung gegeben wird, auff allerhand Arth einen Choral durchzuführen… (Orgelboekje, waarin een beginnend organist geleerd wordt een koraal op allerlei manieren te bewerken…). De verzameling bestemde hij dus toen pas als leerboek, wellicht om in 1722 te presenteren bij zijn sollicitatie voor de post van Thomascantor in Leipzig, waar hem een belangrijke onderwijstaak te wachten stond. De leerlingen zullen er een kluif aan gehad hebben, want in een notendop bevatten de voorspelen het complete gamma aan barokke klaviertechnieken.
- BWV
- 642
- Titel
- Wer nur den lieben Gott lässt walten
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Serie
- Orgelbüchlein
- Jaartal
- ca. 1708-1717
- Stad
- Weimar
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 22 juli 2016
-
- Opnamedatum
- 1 oktober 2015
-
- Locatie
- Bovenkerk, Kampen
-
- Organiste
- Dorien Schouten
-
- Orgel
- Reil-Koororgel
-
- Cameraregie
- Jan Van den Bossche, Hanna Schreuders
-
- Camera
- Maarten van Rossem, Gijs Besseling
-
- Muziekproductie, montage en mix
- Guido Tichelman
-
- Beeldmontage en interview
- Gijs Besseling
-
- Productie
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!