Jesus Christus, unser Heiland
BWV 688 uitgevoerd door Reitze Smits
Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden
Achter de muziek
Sprongen en loopjes
Het laatste van de zes catechismuskoralen krijgt een ongewone behandeling
Anders dan bijvoorbeeld Calvijn (en zijn Nederlandse volgelingen) zag Martin Luther een heel duidelijke rol voor muziek in de kerk. “Vertrouw er niet op dat het jonge volk alleen uit de preek leert en onthoudt,” noteert hij in het voorwoord bij zijn Deutsche Messe (1526), waarin hij ook volkszang voorstelt als geheugensteun voor theologische concepten. In diezelfde publicatie koppelt Luther het koraal Jesus Christus, unser Heiland aan het sacrament van de communie. De melodie werd een van de zes catechismusliederen en belandde zo in Clavier-Übung III.
De zetting is simpel van structuur, maar vol symboliek. Sommigen lezen in de ongewoon grote sprongen van het thema twee lijnen, God en de mens die elkaar naderen en weer kwijtraken, anderen interpreteren ze als een kruismotief of zelfs een weergave van de Griekse letters iota-chi, voor Jezus Christus. Zulke symboliek op papier blijft lastig te horen, en het kan best dat Bach simpelweg wilde experimenteren met een perpetuum mobile van sprongen en loopjes, pure muziek. Pas in de laatste maten, als de melodie in het pedaal zwijgt, komt de machine met een finale, dissonante kronkel tot stilstand.
Clavier-Übung
Bach publiceerde in Leipzig tussen 1731 en 1741 vier delen Clavier-Übung, een titel die Johann Kuhnau, zijn voorganger als Thomascantor, al eerder had gebruikt voor soortgelijke bundels met werk voor orgel en klavecimbel. De composities zijn zeer verschillend van aard en hebben, anders dan de titel doet vermoeden, een hoge moeilijkheidsgraad. Alle op dat moment gangbare stijlen, genres en technieken voor klavecimbel en orgel laat Bach de revue passeren, maar dan in de superieure vorm waar alleen hij het patent op had.
Clavier-Übung I (1731) bevat de zes partita's, BWV 825-830, Clavier-Übung II (1735) het Concerto nach italienischem Gusto, BWV 971 en de Ouverture nach französischer Art, BWV 831, en Clavier-Übung IV (1741) de Goldbergvariaties, BWV 988. Clavier-Übung III (1739) is als enige en omvangrijkste deel bestemd voor orgel en bevat voornamelijk koraalbewerkingen, dat wil zeggen orgelpreludes gebaseerd op Lutherse kerkliederen. Van ieder koraal maakte Bach twee versies: een voor groot orgel en een voor een kleiner orgeltype. De meeste koralen verwijzen naar de zes pijlers van de catechismus. Het is onduidelijk of Bach ze ook tijdens de dienst speelde, of dat hij er misschien voor eigen gebruik zijn muzikale ideeën in uitwerkte, zonder zicht op een publieke uitvoering.
- BWV
- 688
- Titel
- Jesus Christus, unser Heiland
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Serie
- Clavier-Übung III
- Jaartal
- 1739
- Stad
- Leipzig
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 24 April 2015
-
- Opnamedatum
- 16 September 2014
-
- Locatie
- St Jacob's Church, Leeuwarden
-
- Organist
- Reitze Smits
-
- Registratie
- Mayuko Banno
-
- Orgel
- Christian Müller, 1727
-
- Producent
- Frank van der Weij
-
- Regisseur
- Jan Van den Bossche
-
- Directors of photography
- Diderik Evers, Ruben van den Broeke
-
- Muziekopname, -montage en -mix
- Holger Schlegel
-
- Videomontage
- Dylan Glyn Jones
-
- Kleurcorrectie
- Jef Grosfeld
-
- Productie-assistent
- Hanna Schreuders
-
- Interview
- Onno van Ameijde
-
- Met dank aan
- Rob Tigchelaar
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!