Das Wohltemperirte Clavier I nr. 9 in E groot
BWV 854 uitgevoerd door Christian Rieger
in zijn huis in Keulen
Achter de muziek
Een kekke secunde
Bach vulde de lieflijke prelude aan met een korte en simpele fuga
De prelude in E groot is zowel melancholisch als opgewekt van karakter, zegt de Duitse klavecinist Christian Rieger, bij wie we in Keulen op bezoek waren. Dat ligt met name aan de uitgesponnen zangerige melodie waarmee de rechterhand opent. De linkerhand beweegt zich daaronder rustig voort en biedt harmonische ondersteuning en hier en daar wat thematisch commentaar. Aan het eind van de expositie zoekt Bach even de randen van de toonsoort op met een paar chromatische accenten, maar het liefelijke karakter van het stuk wordt hierdoor niet verstoord. De prelude eindigt met een nagenoeg letterlijke herhaling van de exposite, maar dan een kwart getransponeerd.
Een eerste versie van deze prelude kwam al voor in het muziekboekje dat Bach voor zijn tienjarige zoon Wilhelm Friedemann had samengesteld. Bach voegde er wellicht later de fuga aan toe en nam het zo op in het Wohltemperirte Clavier.
Het thema van de driestemmige fuga is een van de kortste en de simpelste uit de hele bundel. Het begint heel kek met twee noten, een zogenaamde secunde, die beklemtoond wordt door de erop volgende rust. Met dit motiefje verwijdert Bach zich één stapje van de grondtoon E. Na de spanningsvolle rust, keert hij naar de thuisbasis terug in een loopje van zestiende noten dat echter van geen ophouden weet en het basismateriaal vormt voor de verdere fuga.
Das Wohltemperirte Clavier, BWV 846-893
48 klavierstukken in alle 24 toonsoorten: dat was het soort uitdaging waar Bach van genoot. In elk van de twee delen van het Wohltemperirte Clavier bracht hij 24 keer het muzikale koppel prelude en fuga samen, twaalf in mineur, twaalf in majeur. In de preludes liet hij zijn fantasie de vrije loop, om in de fuga’s zijn mathematische hoogstandjes te verrichten. In tegenstelling tot de ijzeren discipline waarmee Bach zich voor zijn kerkelijke composities moest inzetten, kon hij zich hier overgeven aan intellectuele Spielerei zonder klemmende deadlines.
Het eerste deel van het Wohltemperirte Clavier stamt uit 1722, maar bevat muziek die deels al in de vijf jaar daarvoor werd geschreven. De ontstaansgeschiedenis van deel twee is minder helder: pas rond 1740 stelde hij dit tweede manuscript samen, maar opnieuw dateert een deel van de erin opgenomen preludes en fuga’s uit een veel eerdere periode. De doelgroep van deze verzameling stukken omschreef Bach zelf als volgt: ‘Zum Nutzen und Gebrauch der Lehr-begierigen Musicalischen Jugend, als auch dere in diesem studio schon habil seyenden besonderem ZeitVertreib.’ (‘Zowel ter lering van de ijverige muzikale jeugd als ter vermaak van de in deze materie al onderlegden.’)
- BWV
- 854
- Titel
- Prelude en fuga in E groot
- Bijnaam
- nr. 9 uit Das Wohltemperirte Clavier I
- Instrument
- klavecimbel
- Genre
- klavierwerken
- Serie
- Das Wohltemperirte Clavier I
- Jaartal
- 1722 of eerder
- Stad
- Köthen (of Weimar?)
Met steun van
Prins Bernhard Cultuurfonds
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 10 november 2017
-
- Opnamedatum
- 20 april 2017
-
- Locatie
- Keulen, Duitsland
-
- Klavecinist
- Christian Rieger
-
- Klavecimbel
- David Sutherland (Michigan 1990) naar Christian Zell (Hamburg 1728)
-
- Regie
- Jan Van den Bossche, Hanna Schreuders
-
- Muziekopname, montage en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera en interview
- Gijs Besseling
-
- Montage
- Augustine Huijsser
-
- Productie
- Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- Prins Bernhard Cultuurfonds
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!