'Brandenburgs' concert nr. 5 in D groot

'Brandenburgs' concert nr. 5 in D groot

BWV 1050 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
TivoliVredenburg, Utrecht

  • Menu
  • 1. Allegro
  • 2. Adagio (affettuoso)
  • 3. Allegro

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Credits
Credits

Uit de schaduw

Het klavecimbel ontpopt zich als solo-instrument

In maart 1721 zond Bach vanuit Köthen een handschrift naar Berlijn, met een opdracht aan Christian Ludwig (1677-1734), markgraaf van Brandenburg-Schwedt. Op het titelblad schreef Bach “zes concerten met verscheidene instrumenten” (“Six concerts avec plusieurs instruments”). Hij verklaarde in het voorwoord dat hij “een paar jaar eerder” voor Christian Ludwig had gemusiceerd en toen had beloofd “enige van zijn composities” op te sturen. Die belofte deed Bach waarschijnlijk tijdens een bezoek aan Berlijn in maart 1719, toen hij een nieuw klavecimbel voor het hof in Köthen in ontvangst kwam nemen. De muziek die hij een paar jaar later aan de markgraaf stuurde – later bekend geworden als de 'Brandenburgse' Concerten – is Bachs ultieme kijk op het belangrijkste grootschalige instrumentale genre van zijn tijd: het concert.

In een concert gaat het vrijwel altijd om een (combinatie van) solo-instrument(en) en een ensemble. Het centrale idee is de afwisseling tussen één of meerdere solisten en het gehele ensemble in een soort speelse competitie. In de zes 'Brandenburgse' Concerten verkent Bach alle uithoeken van het concert in zowel bezetting als de manier waarop hij de vorm naar zijn hand zet: alle algemeen gebruikte strijk- en blaasinstrumenten passeren solistisch de revue. En in dit Vijfde ‘Brandenburgse’ concert introduceert Bach een noviteit: het klavecimbel als solo-instrument. Eerst lijken fluit, viool en klavecimbel gelijkwaardig, maar dan ineens neemt de klavecinist het voortouw met een solocadens in het slot van het eerste deel. 

In deze uitvoering wordt een vroege versie (BWV 1050a) van deze cadens gespeeld, die korter is dan de latere versie. Beide versies zijn deels gebaseerd op hetzelfde materiaal, waarin het karakter van enkele jeugdige fantasia's van Bach doorklinkt (zoals de Chromatische fantasie). Waar de langere versie (BWV 1050) het bijna stormachtige materiaal compenseert met een lange inleiding vol licht en een slot vol hoop, biedt deze kortere versie (BWV 1050a) juist weer unieke passages, zoals de duizelingwekkend chromatisch dalende toonladders, moeilijk te vinden in andere werken van Bach.

'Brandenburgse' concerten, BWV 1046-1051 
In maart 1721 zond Bach vanuit Köthen een handschrift getiteld “zes concerten met verscheidene instrumenten” (“Six concerts avec plusieurs instruments”) naar Berlijn, met een opdracht aan Christian Ludwig (1677-1734), markgraaf van Brandenburg-Schwedt. In het voorwoord verklaarde Bach dat hij “een paar jaar eerder” voor de markgraaf had gemusiceerd, en toentertijd had beloofd “enige van zijn composities” op te sturen. Dat was waarschijnlijk tijdens een bezoek aan Berlijn in maart 1719, toen Bach naar de Pruisische hoofdstad was afgereisd om een nieuw klavecimbel voor het hof in Köthen in ontvangst te nemen. De muziek die hij een paar jaar later aan de markgraaf stuurde – later bekend geworden als de 'Brandenburgse' Concerten – is Bachs ultieme kijk op het belangrijkste grootschalige instrumentale genre van zijn tijd: het concert.

Het gaat bij een concert vrijwel altijd om een (combinatie van) solo-instrument(en) en een ensemble. Het centrale idee is de afwisseling tussen één of meerdere solisten en het gehele ensemble in een soort speelse competitie. In de zes 'Brandenburgse' Concerten verkent Bach alle uithoeken van dit genre in zowel bezetting als de manier waarop hij de vorm naar zijn hand zet: alle algemeen gebruikte strijk- en blaasinstrumenten en het klavecimbel passeren solistisch de revue, de muzikale vormen reiken van hofdansen tot bijna-fuga’s, en de relatie tussen de solo- en tutti-instrumenten is steeds weer anders. Zo bieden de zes concerten samen een virtuoze staalkaart van het concert in de Barok.

BWV
1050a
Titel
Concert in D groot
Bijnaam
'Brandenburgs' concert nr. 5
Instrument
klavecimbel, traverso, viool
Genre
orkestwerken
Serie
Brandenburgse concerten
Jaartal
1719-1720
Stad
Köthen (maar misschien al eerder in Weimar)
Bestemming
In 1721 opgedragen aan markgraaf Christian Ludwig van Brandenburg

Achtergrondvideo's

Musici over Brandenburgse concerten

“In de Brandenburgse concerten is er een zekere gelijkheid tussen strijkers, koperblazers en houtblazers. Iedereen is belangrijk.”

Teksten

Origineel

Vertaling

Credits

  • Publicatiedatum
    12 mei 2022
  • Opnamedatum
    2 oktober 2018
  • Locatie
    TivoliVredenburg, Utrecht
  • Viool en leiding
    Shunske Sato
  • Klavecinist
    Diego Ares
  • Traverso
    Marten Root
  • Viool 2
    Anneke van Haaften
  • Altviool
    Staas Swierstra
  • Cello
    Lucia Swarts
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Regie en beeldmontage
    Lucas van Woerkum
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
  • Audiomontage en -mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Robert Berger, Nina Badoux, Joas Burggraaf, Jasper Gheluwe
  • Licht
    Zen Bloot
  • Regieassistent
    Stijn Berkhouwer
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Settechniek
    Alex de Gier
  • Projectmanager videobrix
    Peter Hazenberg
  • Productie concert
    Marco Meijdam
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh

'Brandenburgs' concert nr. 5 in D groot

Van het 'Brandenburgs' concert nr. 5 zijn twee versies opgenomen. Een vroege versie (BWV 1050a) en een latere versie (BWV 1050). Bekijk hier beide versies.

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!