Herz und Mund und Tat und Leben
BWV 147 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Marcus Creed
Grote Kerk, Naarden
Achter de muziek
Uit de schaduw
Eist het overbekende de aandacht op? Sla het dan eens over
Kan muziek ook te beroemd zijn? Als dat ergens in Bachs tweehonderd cantates het geval is, dan misschien wel bij het wiegende koraal Wohl mir, daß ich Jesum habe uit de cantate Herz und Mund und Tat und Leben. Al in 1909 figureert het los van de rest van de cantate met de Engelse tekst Jesu, joy of man’s desiring als verplicht nummer voor een muziekconcours in Engeland. Al snel duikt het overal op, in de originele vorm, maar vaker nog als orgel- of pianowerk. De cantate zelf verdween zo steeds meer uit zicht.
Bachs beroemde koraal klonk voor het eerst toen de cantate op 2 juli 1723 in Leipzig werd uitgevoerd, het feest van Maria-Visitatie. Het waren Bachs eerste maanden als cantor, en zoals wel vaker hergebruikte hij muziek die hij al paraat had. Het grootste deel van BWV 147 had Bach in 1716 als adventscantate voor de hofkapel in Weimar geschreven, maar de recitatieven met instrumentele begeleiding en het beroemde koraal voegde hij pas in Leipzig toe. Zo bouwde Bach uit een beknopte cantate (openingskoor, vier aria’s, waarschijnlijk een simpel slotkoraal) een grote tweedelige cantate.
Maar als nu dat koraal met zijn bekendheid toch de rest te veel overschaduwt, probeer het dan eens zonder. Recept voor de vroegste versie van de cantate uit 1716: verwijder de recitatieven, verwijder de twee koraalzetting, verwissel de sopraan- en tenoraria’s van plaats, denk een andere tekst bij de aria voor de bas (‘Lass mich der Rufer stimme hören’), en sluit af met de zesde strofe van het koraal Ich dank dir, lieber Herre (bijvoorbeeld BWV 347 of 348). Resultaat laten inwerken, paar maal herhalen, en daarna klinkt de uitgebreide versie van de cantate weer als nieuw.
- BWV
- 147
- Titel
- Herz und Mund und Tat und Leben
- Instrument
- alt, bas, sopraan, tenor
- Genre
- cantates
- Jaartal
- oerversie 1716, latere versie 1723
- Stad
- Weimar/Leipzig
- Tekstdichter
- onder meer Salomo Franck, koraaltekst van Martin Jahn
Met steun van
Stichting Zabawas
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
1. Chor
Herz und Mund und Tat und Leben
muß von Christo Zeugnis geben
ohne Furcht und Heuchelei,
daß er Gott und Heiland sei.
2. Rezitativ (Tenor)
Gebenedeiter Mund!
Maria macht ihr Innerstes der Seelen
durch Dank und Rühmen kund;
sie fänget bei sich an,
des Heilands Wunder zu erzählen,
was er an ihr
als seiner Magd getan.
O menschliches Geschlecht,
des Satans und der Sünden Knecht,
du bist befreit
durch Christi tröstendes Erscheinen
von dieser Last und Dienstbarkeit!
Jedoch dein Mund und dein verstockt Gemüte
verschweigt, verleugnet solche Güte;
doch wisse, daß dich nach der Schrift
ein allzuscharfes Urteil trifft!
3. Arie (Alt)
Schäme dich, o Seele, nicht,
deinen Heiland zu bekennen,
soll er dich die Seine nennen
vor des Vaters Angesicht!
Doch wer ihn auf dieser Erden
zu verleugnen sich nicht scheut,
soll von ihm verleugnet werden,
wenn er kömmt zur Herrlichkeit.
4. Rezitativ (Bass)
Verstockung kann Gewaltige verblenden,
bis sie des Höchsten Arm vom Stuhle stößt;
doch dieser Arm erhebt,
obschon vor ihm der Erde Kreis erbebt,
hingegen die Elenden,
so er erlöst.
O hochbeglückte Christen,
auf, machet euch bereit,
itzt ist die angenehme Zeit,
itzt ist der Tag des Heils:
Der Heiland heißt euch Leib und Geist
mit Glaubensgaben rüsten,
auf, ruft zu ihm in brünstigem Verlangen,
um ihn im Glauben zu empfangen!
5. Arie (Sopran)
Bereite dir, Jesu, noch itzo die Bahn,
mein Heiland, erwähle
die gläubende Seele,
und siehe mit Augen der Gnaden mich an!
6. Choral
Wohl mir, daß ich Jesum habe,
o wie feste halt ich ihn,
daß er mir mein Herze labe,
wenn ich krank und traurig bin.
Jesum hab ich, der mich liebet
und sich mir zu eigen gibet;
ach drum laß ich Jesum nicht,
wenn mir gleich mein Herze bricht.
7. Arie (Tenor)
Hilf, Jesu, hilf, daß ich auch dich bekenne
in Wohl und Weh, in Freud und Leid,
daß ich dich meinen Heiland nenne
im Glauben und Gelassenheit,
daß stets mein Herz von deiner Liebe brenne.
hilf, Jesu, hilf!
8. Rezitativ (Alt)
Der höchsten Allmacht Wunderhand
würkt im Verborgenen der Erden.
Johannes muß mit Geist erfüllet werden,
ihn zieht der Liebe Band
bereits in seiner Mutter Leibe,
daß er den Heiland kennt
ob er ihn gleich noch nicht
mit seinem Munde nennt,
er wird bewegt, er hüpft und springet,
indem Elisabeth das Wunderwerk ausspricht,
indem Mariae Mund der Lippen Opfer bringet.
Wenn ihr, o Gläubige,
des Fleisches Schwachheit merkt,
wenn euer Herz in Liebe brennet,
und doch der Mund den Heiland nicht bekennet,
Gott ist es, der euch kräftig stärkt,
er will in euch des Geistes Kraft erregen,
ja Dank und Preis auf eure Zunge legen.
9. Arie (Bass)
Ich will von Jesu Wundern singen
und ihm der Lippen Opfer bringen,
Er wird nach seiner Liebe Bund
das schwache Fleisch, den irdschen Mund
durch heilges Feuer kräftig zwingen.
10. Choral
Jesus bleibet meine Freude,
meines Herzens Trost und Saft,
Jesus wehret allem Leide,
er ist meines Lebens Kraft,
meiner Augen Lust und Sonne,
meiner Seele Schatz und Wonne;
darum laß ich Jesum nicht
aus dem Herzen und Gesicht.
Vertaling
1. Koor
Hart en mond en daad en leven
moeten van Christus getuigen
zonder vrees en gehuichel
dat hij God en Heiland is.
2. Recitatief (tenor)
Gezegende mond!
Maria maakt het binnenste van haar ziel
met dank en lof bekend;
ze begint bij zichzelf
de wonderen van de Heiland te vertellen,
wat hij aan haar
als aan zijn dienstmaagd heeft gedaan.
O, menselijk geslacht,
knecht van Satan en van zonden,
door de troostende verschijning van Christus,
ben je bevrijd
van die last en dienstbaarheid!
Maar jouw mond en je verstokte hart
verzwijgen, loochenen die goedheid;
maar weet dat jou volgens de Schrift
een zeer scherp oordeel treft!
3. Aria (alt)
Schaam je niet, o ziel,
om je Heiland te belijden,
dan zal hij jou de zijne noemen
voor het aangezicht van de Vader!
Maar wie op deze aarde
niet schroomt om hem te verloochenen,
zal door hem verloochend worden
als hij tot zijn heerlijkheid komt.
4. Recitatief (bas)
Verstoktheid kan machtigen verblinden,
totdat de arm van de Allerhoogste hen van hun troon
stoot; maar die arm verheft,
hoewel de aarde ervoor beeft,
de ellendigen
die hij verlost.
O, zeer verblijde christenen,
kom, maak je gereed,
nu is het de verheugende tijd,
nu is het de dag van het heil:
de Heiland gebiedt jullie om lichaam en geest
met geloofsgaven toe te rusten,
kom, roep tot hem met vurig verlangen
om hem in het geloof te ontvangen!
5. Aria (sopraan)
Maak, Jezus, nog heden de weg voor u gereed,
mijn Heiland, kies
de gelovige ziel
en zie mij aan met ogen vol genade!
6. Koraal
Ik ben gelukkig dat ik Jezus heb,
o, wat houd ik hem stevig vast,
zodat hij mijn hart kan laven
als ik ziek en verdrietig ben.
Ik heb Jezus, die mij liefheeft
en zich aan mij geeft;
ach, daarom laat ik Jezus niet los,
ook al breekt mijn hart.
7. Aria (tenor)
Help, Jezus, help mij dat ik ook u belijd
in wel en wee, in vreugde en verdriet,
dat ik u mijn Heiland noem
in geloof en met kalmte,
dat mijn hart steeds brandt van uw liefde,
help, Jezus, help!
8. Recitatief (alt)
De wonderhand van de hoogste almacht
werkt in het verborgene van de aarde.
Johannes moet met de geest worden vervuld,
de band van de liefde trekt al aan hem
in de moederschoot,
hij kent de Heiland al,
hoewel hij hem nog niet
met zijn mond noemt,
hij beweegt, hij huppelt en springt,
terwijl Elisabeth van het wonder vertelt,
terwijl de mond van Maria het lippenoffer brengt.
Als jullie, gelovigen,
merken hoe zwak het vlees is,
als jullie hart wel van liefde brandt,
maar je mond toch de Heiland niet belijdt,
dan is het God die jullie kracht geeft,
hij wil in jullie de kracht van de geest opwekken,
ja, dank en lof op jullie tong leggen.
9. Aria (bas)
Ik wil over de wonderen van Jezus zingen
en hem mijn lippenoffer brengen.
Hij zal op grond van het verbond van zijn liefde
het zwakke vlees, de aardse mond
door heilig vuur met kracht bedwingen.
10. Koraal
Jezus blijft mijn vreugde,
de troost en het levenssap van mijn hart,
Jezus weert al het leed,
hij is de kracht van mijn leven,
de lust en de zon van mijn ogen,
de schat en de gelukzaligheid van mijn ziel;
daarom laat ik Jezus niet gaan
uit mijn hart en uit mijn ogen.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 24 december 2020
-
- Opnamedatum
- 13 december 2018
-
- Locatie
- Grote Kerk, Naarden
-
- Dirigent
- Marcus Creed
-
- Sopraan
- Griet De Geyter
-
- Alt
- Alex Potter
-
- Tenor
- Guy Cutting
-
- Bas
- Matthias Winckhler
-
- Ripiënisten sopraan
- Hilde Van Ruymbeke, Lauren Armishaw
-
- Ripiënisten alt
- Carla Nahadi Babelegoto, Barnabás Hegyi
-
- Ripiënisten tenor
- Immo Schröder, Hitoshi Tamada
-
- Ripiënisten bas
- Matthew Baker, Joep van Geffen
-
- Viool 1
- Shunske Sato, Annelies van der Vegt, Sayuri Yamagata
-
- Viool 2
- Anneke van Haaften, Paulien Kostense, Pieter Affourtit
-
- Altviool
- Staas Swierstra, Deirdre Dowling
-
- Cello
- Lucia Swarts, Anne-Linde Visser
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Hobo
- Emma Black, Rodrigo Lopez Paz
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Trompet
- Robert Vanryne
-
- Orgel
- Siebe Henstra
-
- Regie en beeldmontage
- Bas Wielenga
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage- en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Jochem Timmerman, Martin Struijf, Wesley Schipper, Bjorn Tiebout
-
- Regieassistent
- Marieke Donker Kaat
-
- Licht
- Zen Bloot, Patrick Galvin
-
- Settechniek
- Justin Mutsaers
-
- Datahandling
- Jesper Blok
-
- Projectmanager team
- Ron Vermeulen
-
- Productie concert
- Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- Stichting Zabawas
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!