Christe, aller Welt Trost
BWV 670 uitgevoerd door Leo van Doeselaar
Freiberger Dom Sankt Marien, Freiberg, Duitsland
Achter de muziek
Respect voor het verleden
Bach gebruikt 'old-school' polyfonie in dit 'Christe, aller Welt Trost'
Clavier-Übung III uit 1739 verklankt de twee belangrijke zondagsdiensten in Leipzig: de mis volgens de verkorte lutherse liturgie met Kyrie en Gloria, later op de dag gevolgd door de catechisatie. Bachs ‘kleine’ Kyrie uit deze serie, BWV 672-674 voor orgel zonder pedaal, streelt het oor met parallelle tertsen en sexten en een subtiele stijl. Voor het ‘grote’ Kyrie, met pedaal, BWV 669-671, gebruikte Bach een hoogst verheven, nogal taaie stijl. Allicht om te tonen dat hij welke stijl dan ook tot in de puntjes beheerste. Trots als hij was op zijn recente benoeming tot Saksisch hofmuzikant greep Bach heel nadrukkelijk terug op old school polyfonie, net als in bijvoorbeeld de Mis in b-klein, BWV 232. Het Kyrie, Christe en Kyrie BWV 669-671 waren binnen Bachs uitgave duidelijk bedoeld voor de ‘kenners’, professionele organisten dus, want ze zijn aartsmoeilijk om te spelen.
De drie stukken, waarvan dit Christe, aller Welt Trost het tweede stuk is, zijn gecomponeerd rond de lange melodieën van een zogenaamde trope: een standaardgezang met extra tekst, in dit geval dus ‘Kyrie/Christe/Kyrie […] eleison’. Elk is gewijd aan een facet van de Drie-eenheid, waarbij Bach de cantus firmus (de al bestaande melodie) een symbolische plek geeft: eerst bij de Vader superieur in de sopraan; dan bij de Zoon midden tussen de andere stemmen in de tenor; en tot slot bij de Heilige Geest in de bas, als fundament.
Het is opmerkelijk hoe streng Bach zich houdt aan de muzikale spelregels oftewel het contrapunt van de Renaissance, een oude stijl die hij goed kende via onder andere Frescobaldi. Zo blijken de vele dissonante passages vooral ‘toevallige’ clashes die voortvloeien uit het strakke lijnenspel, meer dan een speciaal ingezet affect. Uit de notatie in lange notenwaarden blijkt dat de muziek zeer gedragen moet klinken, terwijl Bach de tijd ook nog eens bijna helemaal volschrijft, met andere woorden: de fuga’s zijn bijzonder strak, er valt nauwelijks een harmonische pauze. Ook de toonsoort, of beter gezegd de oorspronkelijk middeleeuwse modus van G frygisch, verwijst naar vergane tijden.
Clavier-Übung
Bach publiceerde in Leipzig tussen 1731 en 1741 vier delen Clavier-Übung, een titel die Johann Kuhnau, zijn voorganger als Thomascantor, al eerder had gebruikt voor soortgelijke bundels met werk voor orgel en klavecimbel. De composities zijn zeer verschillend van aard en hebben, anders dan de titel doet vermoeden, een hoge moeilijkheidsgraad. Alle op dat moment gangbare stijlen, genres en technieken voor klavecimbel en orgel laat Bach de revue passeren, maar dan in de superieure vorm waar alleen hij het patent op had.
Clavier-Übung I (1731) bevat de zes partita's, BWV 825-830, Clavier-Übung II (1735) het Concerto nach italienischem Gusto, BWV 971 en de Ouverture nach französischer Art, BWV 831, en Clavier-Übung IV (1741) de Goldbergvariaties, BWV 988. Clavier-Übung III (1739) is als enige en omvangrijkste deel bestemd voor orgel en bevat voornamelijk koraalbewerkingen, dat wil zeggen orgelpreludes gebaseerd op Lutherse kerkliederen. Van ieder koraal maakte Bach twee versies: een voor groot orgel en een voor een kleiner orgeltype. De meeste koralen verwijzen naar de zes pijlers van de catechismus. Het is onduidelijk of Bach ze ook tijdens de dienst speelde, of dat hij er misschien voor eigen gebruik zijn muzikale ideeën in uitwerkte, zonder zicht op een publieke uitvoering.
- BWV
- 670
- Titel
- Christe, aller Welt Trost
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Serie
- Clavier-Übung III
- Jaartal
- 1739
- Stad
- Leipzig
Met steun van
Achtergrondvideo's
Organist Leo van Doeselaar
“Hoe werkt de vox humana van het orgel en wat leert het ons over hoe de menselijke stem vroeger klonk?”
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 11 augustus 2022
-
- Opnamedatum
- 15 september 2020
-
- Locatie
- Freiberger Dom Sankt Marien, Freiberg, Duitsland
-
- Organist
- Leo van Doeselaar
-
- Orgel
- Gottfried Silbermann, 1711-1714
-
- Regie en beeldmontage
- Robin van Erven Dorens
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Robin van Erven Dorens, Onno van der Wal
-
- Licht
- Ernst-Jan Thieme
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Interview
- Robin van Erven Dorens, Marloes Biermans
-
- Productie
- Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- MWH4impact
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!