'Brandenburgs' concert nr. 6 in Bes groot
BWV 1051 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
TivoliVredenburg, Utrecht
Achter de muziek
Revanche van de altviolen
Bach zet in dit zesde concert de zaken op zijn kop
De altviool en de altviolist zijn in de muziekwereld het favoriete lijdend voorwerp van grappen. Dat is niets nieuws. Hoewel de Duitse fluitist en componist Johann Joachim Quantz (1697-1773) in zijn Versuch einer Anweisung die Flöte traversiere zu spielen uitlegt waarom altviolisten wel specifieke kunde en kennis nodig hebben, begint ook hij met een samenvatting van hoe er over altviolisten werd gedacht: “De altviool wordt in de muziek over het algemeen als iets onbelangrijks gezien. De oorzaak is waarschijnlijk dat het instrument vaak door personen wordt bespeeld die ofwel beginners in de muziek zijn, ofwel geen talent hebben om zich op de viool te onderscheiden, of ook wel omdat dit instrument niet zo veel voordelen met zich meebrengt: een reden waarom kundige lieden zich daarmee liever niet inlaten.”
Zowel Bach zelf als Shunske Sato, violist en artistiek leider van de Nederlandse Bachvereniging en hier te horen op de altviool, weerleggen het aloude vooroordeel. Bach speelde zelf uitstekend viool en altviool. Volgens zijn zoon Carl Philipp Emanuel gaf hij, als groot kenner van hoe harmonie werkt, zelfs de voorkeur aan het spelen van de middenpartijen en dus aan de altviool. Misschien zet hij daarom in het laatste (zesde) ‘Brandenburgse’ concert de zaken op de kop. Violen – normaal de goudhaantjes van het orkest – zijn helemaal afwezig! In plaats daarvan spelen twee altviolen de hoofdrol. Zij voeren, als hoogste partijen, de boventoon als solisten, op een bedje van twee viola da gamba's, een cello, contrabas en klavecimbel.
Die combinatie was een weerspiegeling van de situatie aan het hof in Köthen. Bachs adellijke werkgever speelde zelf viola da gamba – in de barok vaak gebruikt als ‘koninklijk’ solo-instrument. Het subversieve van dit concert zit hem dan ook niet alleen in de afwezigheid van de violen, maar ook in het feit dat Bach zichzelf op een ‘ondergeschikt’ instrument een solistenrol toebedeelt en bovendien de hertog in ‘het begeleidingsorkestje’ plaatst, zoals gambiste Mieneke van der Velden het noemt. Aan de kant: de altviolen nemen revanche.
'Brandenburgse' concerten, BWV 1046-1051
In maart 1721 zond Bach vanuit Köthen een handschrift getiteld “zes concerten met verscheidene instrumenten” (“Six concerts avec plusieurs instruments”) naar Berlijn, met een opdracht aan Christian Ludwig (1677-1734), markgraaf van Brandenburg-Schwedt. In het voorwoord verklaarde Bach dat hij “een paar jaar eerder” voor de markgraaf had gemusiceerd, en toentertijd had beloofd “enige van zijn composities” op te sturen. Dat was waarschijnlijk tijdens een bezoek aan Berlijn in maart 1719, toen Bach naar de Pruisische hoofdstad was afgereisd om een nieuw klavecimbel voor het hof in Köthen in ontvangst te nemen. De muziek die hij een paar jaar later aan de markgraaf stuurde – later bekend geworden als de 'Brandenburgse' Concerten – is Bachs ultieme kijk op het belangrijkste grootschalige instrumentale genre van zijn tijd: het concert.
Het gaat bij een concert vrijwel altijd om een (combinatie van) solo-instrument(en) en een ensemble. Het centrale idee is de afwisseling tussen één of meerdere solisten en het gehele ensemble in een soort speelse competitie. In de zes 'Brandenburgse' Concerten verkent Bach alle uithoeken van dit genre in zowel bezetting als de manier waarop hij de vorm naar zijn hand zet: alle algemeen gebruikte strijk- en blaasinstrumenten en het klavecimbel passeren solistisch de revue, de muzikale vormen reiken van hofdansen tot bijna-fuga’s, en de relatie tussen de solo- en tutti-instrumenten is steeds weer anders. Zo bieden de zes concerten samen een virtuoze staalkaart van het concert in de Barok.
- BWV
- 1051
- Titel
- Concert in Bes groot
- Bijnaam
- ‘Brandenburgs’ concert nr. 6
- Instrument
- altviool
- Genre
- orkestwerken
- Serie
- Brandenburgse concerten
- Jaartal
- 1719-1720
- Stad
- Köthen (maar misschien al eerder in Weimar)
- Bestemming
- In 1721 opgedragen aan markgraaf Christian Ludwig van Brandenburg
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 20 februari 2020
-
- Opnamedatum
- 2 oktober 2018
-
- Locatie
- TivoliVredenburg, Utrecht
-
- Altviool en leiding
- Shunske Sato
-
- Altviool
- Sayuri Yamagata
-
- Cello
- Lucia Swarts
-
- Violone
- Robert Franenberg
-
- Viola da gamba
- Mieneke van der Velden, Ricardo Rodriguez Miranda
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Regie en beeldmontage
- Lucas van Woerkum
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Robert Berger, Nina Badoux, Joas Burggraaf, Jasper Gheluwe
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Regieassistent
- Stijn Berkhouwer
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Settechniek
- Alex de Gier
-
- Projectmanager videobrix
- Peter Hazenberg
-
- Productie concert
- Marco Meijdam
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!