Jesu, meine Freude
BWV 227 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Christoph Prégardien
Grote Kerk, Alkmaar
Achter de muziek
Strijd om de geest
Bach bouwt een grootse muzikale spiegel uit nieuwe (en oude?) stenen
Het genot dat de moderne luisteraar voelt bij een stuk als Jesu, meine Freude botst wellicht met onze ideeën rond de dood. Toch paste zo’n troostrijk, soms zelfs ronduit opgewekt stuk perfect in een lutherse rouwdienst, waar dit motet ongetwijfeld heeft geklonken. Bij wiens afscheid blijft gissen. De identificatie met Jezus’ lijden en het vertrouwen in zijn verlossende kracht was quasi universeel. Dat maakte zelfs een hemelwaartse, anti-aardse tekst als Paulus’ hart onder de riem aan de Romeinen ideaal geschikt voor een begrafenis.
Bach kleurt de bijbelcitaten door elk vers af te wisselen met een couplet uit een kerklied van Johann Franck uit 1653. Hij of zijn tekstschrijver liet drie bijbelverzen weg, wellicht om het motet te kunnen centreren op de schitterende dubbelfuga met de centrale boodschap ‘Ihr aber seid nicht fleischlich’. Daaromheen maken mini-motetten en koraal(bewerking)en een mooie, mathematisch volmaakte boog waarin tutti’s en kleinere bezettingen afwisselen.
Speculatief, maar interessant is dat er aanwijzingen zijn dat Bach in dit motet, net als bijvoorbeeld in de Mis in b-klein, bestaand (maar inmiddels verloren) materiaal hergebruikte. In dat opzicht zijn vooral de twee buitendelen ‘verdacht’ vierstemmig in een vijfstemmig werk, net als ‘Gute Nacht, o Wesen’ met een afwijkende koraalmelodie, en nota bene het centrale deel, dat technisch bekeken een vierstemmige fuga is met een extra sopraanpartij. Zulke recycling was eerder regel dan uitzondering en doet niets af aan de kwaliteit van het geheel, maar biedt wel een intrigerend perspectief op Bachs manier van werken.
Motetten, BWV 225-231, 118 en Anh159
Cantates waren Bachs dagelijks brood, een vast onderdeel van zijn wekelijkse taken als Thomascantor. Voor zijn motetten lag dat anders: in Leipzig klonk behalve de cantate doorgaans geen nieuwe muziek (in plaats daarvan werd er gekozen uit de motettenbundel Florilegium Portense). Dat liet Bach de ruimte om tegen betaling werken te schrijven voor private aangelegenheden, vaak begrafenissen. Helaas zijn we er daarvan wellicht tientallen kwijt. De stukken die wel bewaard bleven, hebben in tegenstelling tot Bachs andere vocale werken, sinds hun compositie repertoire gehouden.
De overgeleverde authentieke motetten – negen werken, het onderzoek blijft gaande – bouwen voort op een genre met een indrukwekkende stamboom. Tegen de achtergrond van de strenge Renaissance-polyfonie leende de generatie van Schütz (1585-1672) elementen bij de weelderige, meerkorige werken van Giovanni Gabrieli en gaf er een Centraal-Duitse, lutherse draai aan. De inhoudelijke focus lag, ook bij Bach, op koralen en bijbelpassages, waarbij wereldlijke madrigalismen (simpel gezegd: tekstuitbeelding) de expressie van dit religieuze genre alleen maar versterkten.
- BWV
- 227
- Titel
- Jesu, meine Freude
- Genre
- motetten
- Jaartal
- 1723-1735
- Stad
- Leipzig
- Tekst
- Bijbel: delen uit Romeinen 8; koraal: Johann Franck (1618-1677)
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Jesu, meine Freude,
meines Herzens Weide,
Jesu, meine Zier,
ach wie lang, ach lange
ist dem Herzen bange
und verlangt nach dir!
Gottes Lamm, mein Bräutigam,
außer dir soll mir auf Erden
nichts sonst Liebers werden.
Es ist nun nichts Verdammliches
an denen, die in Christo Jesu sind, die
nicht nach dem Fleische wandeln,
sondern nach dem Geist.
Unter deinem Schirmen
bin ich vor den Stürmen
aller Feinde frei.
Lass den Satan wittern,
lass den Feind erbittern,
mir steht Jesus bei.
Ob es itzt gleich kracht und blitzt,
ob gleich Sünd und Hölle schrecken:
Jesus will mich decken.
Denn das Gesetz des Geistes,
der da lebendig macht in Christo Jesu,
hat mich frei gemacht von dem Gesetz
der Sünde und des Todes.
Trotz dem alten Drachen,
trotz des Todes Rachen,
trotz der Furcht darzu!
Tobe, Welt, und springe,
ich steh hier und singe
in gar sichrer Ruh.
Gottes Macht hält mich in acht;
Erd und Abgrund muss verstummen,
ob sie noch so brummen.
Ihr aber seid nicht fleischlich,
sondern geistlich,
so anders Gottes Geist in euch wohnet.
Wer aber Christi Geist nicht hat,
der ist nicht sein.
Weg mit allen Schätzen!
Du bist mein Ergötzen,
Jesu, meine Lust!
Weg ihr eitlen Ehren,
ich mag euch nicht hören,
bleibt mir unbewußt!
Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod
soll mich, ob ich viel muss leiden,
nicht von Jesu scheiden.
So aber Christus in euch ist,
so ist der Leib zwar tot um der Sünde
willen; der Geist aber ist das Leben
um der Gerechtigkeit willen.
Gute Nacht, o Wesen,
das die Welt erlesen,
mir gefällst du nicht.
Gute Nacht, ihr Sünden,
bleibet weit dahinten,
kommt nicht mehr ans Licht!
Gute Nacht, du Stolz und Pracht!
Dir sei ganz, du Lasterleben,
gute Nacht gegeben.
So nun der Geist des,
der Jesum von den Toten auferwecket
hat, in euch wohnet, so wird auch
derselbige, der Christum von den Toten
auferwecket hat, eure sterbliche Leiber
lebendig machen um des willen, dass
sein Geist in euch wohnet.
Weicht, ihr Trauergeister,
denn mein Freudenmeister,
Jesus, tritt herein.
Denen, die Gott lieben,
muss auch ihr Betrüben
lauter Zucker sein.
Duld ich schon hier Spott und Hohn,
dennoch bleibst du auch im Leide,
Jesu, meine Freude.
Vertaling
Jezus, mijn vreugde,
lafenis van mijn hart,
Jezus, mijn sieraad,
ach, hoe lang, ach, lang
is mijn hart al bang
en verlangt het naar u!
Lam van God, mijn bruidegom,
niets op aarde
zal mij dierbaarder zijn dan u.
Zo is er dan nu geen veroordeling
voor hen die in Christus Jezus zijn,
die niet wandelen naar het vlees,
maar naar de geest.
Onder uw bescherming
ben ik tegen de stormen
van alle vijanden gevrijwaard.
Laat Satan maar snuiven,
laat de vijand maar toornen,
mij staat Jezus bij.
Al dondert en bliksemt het nu,
al jagen zonde en hel mij angst aan:
Jezus zal mij behoeden.
Want de wet van de geest,
die levend maakt in Christus Jezus,
heeft mij vrij gemaakt
van de wet van de zonde en de dood.
Trotseer de oude draak!
Trotseer de muil van de dood!
Trotseer de angst daarvoor!
Raas maar, wereld, stuif maar op,
ik sta hier en ik zing
in alle rust.
Gods macht zorgt voor mij,
aarde en afgrond moeten verstommen
hoe ze ook tekeergaan.
U echter bent niet vleselijk maar
geestelijk, tenminste, als de Geest
van God in u woont. Maar wie de
Geest van Christus niet heeft,
die behoort hem niet toe.
Weg met alle schatten!
U bent mijn genot,
Jezus, mijn lust!
Weg, ijdele loftuitingen,
ik wil jullie niet horen,
blijf buiten mijn bewustzijn!
Ellende, nood, kruis, smaad en dood
zullen mij, hoeveel ik ook moet lijden,
niet van Jezus scheiden.
Als Christus echter in u is,
is het lichaam weliswaar dood vanwege
de zonde; maar de Geest is het leven
vanwege de gerechtigheid.
Goedenacht, o wezen
dat de wereld heeft gekozen,
mij beval je niet.
Goedenacht, zonden,
blijf ver weg,
verschijn niet meer!
Goedenacht, trots en pracht!
Moge jou, zondig leven,
een goede nacht worden gegeven!
Als nu de Geest van hem
die Jezus van de doden heeft opgewekt
in u woont, zal ook hij
die Christus van de doden heeft
opgewekt uw sterfelijke lichaam
levend maken, zodat zijn Geest in
u kan wonen.
Verdwijn, droefheden,
want mijn vreugdemeester,
Jezus, komt binnen.
Voor hen die God liefhebben
moet ook hun verdriet
louter zoetheid zijn.
Ook al moet ik hier spot en hoon
verdragen, u blijft ook in mijn lijden,
Jezus, mijn vreugde.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 14 mei 2020
-
- Opnamedatum
- 28 februari 2019
-
- Locatie
- Grote Kerk, Alkmaar
-
- Dirigent
- Christoph Prégardien
-
- Sopraan
- Lucia Caihuela, Maria Valdmaa, Klaartje van Veldhoven, Lauren Armishaw, Orlanda Velez Isidro, Marjon Strijk
-
- Alt
- Marine Fribourg, Elsbeth Gerritsen, Eimi Witmer, Inga Schneider, Bart Uvyn, Laura Lopes
-
- Tenor
- Guy Cutting, Immo Schröder, David Lee, Adriaan de Koster, Yves Van Handenhove, Diederik Rooker
-
- Bas
- Drew Santini, Matthew Baker, Martijn de Graaf Bierbrauwer, Donald Bentvelsen, Michiel Meijer, Joep van Geffen
-
- Orgel
- Siebe Henstra
-
- Regie en beeldmontage
- Bas Wielenga
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Martin Struijf, Jesper Blok, Wesley Schipper
-
- Licht
- Zen Bloot, Patrick Galvin, Fiona Verkleij, Henry Rodgers
-
- Regieassistent
- Stefan Ebels
-
- Beeldtechniek
- Justin Mutsaers
-
- Projectmanager team
- Ron Vermeulen
-
- Productie concert
- Imke Deters, Marco Meijdam
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!