Fughetta super:Allein Gott in der Höh sei Ehr
BWV 677 uitgevoerd door Reitze Smits
Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden
Achter de muziek
Een opgeruimde dubbelfuga
Bach demonstreert de zegenrijke werking van de Heilige Drie-eenheid
In deze koraalbewerking van het Lutherse glorialied 'Allein Gott in der Höh sei Ehr' gebruikte Bach maar een klein deel van de betreffende hymne. Dat is anders dan bij de koraalbewerkingen gebaseerd op hetzelfde koraal, BWV 675 en 676, waarin de complete melodie wél te horen is. Bach koos in BWV 677 voor een fugatische aanpak, waarbij hij alleen gebruikt maakt van de eerste twee regels (‘Allein Gott in der Höh sei Ehr / und Dank für seine Gnade’). Die dienen als basis voor zijn twee thema’s. In de zo ontstane dubbelfuga van twintig maten, die nog geen minuut duurt, klinkt louter opgeruimde jubelzang. Daarin is een charmant contrast waarneembaar tussen het puntig uitgevoerde eerste thema en de wollige stoffering van zestiende noten waarin de melodie overigens ook verstopt zit. Het tweede thema voegt zich listig naar dat zestiendenpatroon en is daardoor veel minder duidelijk te herkennen. Maar als dit alles in de vijf slotmaten samengevoegd wordt, tapt Bach zo gewiekst uit die drie vaatjes tegelijk, dat twijfel aan de zegenrijke werking van de Heilige Drie-eenheid – waar het in dit lied om draait – onmogelijk is.
Clavier-Übung
Bach publiceerde in Leipzig tussen 1731 en 1741 vier delen Clavier-Übung, een titel die Johann Kuhnau, zijn voorganger als Thomascantor, al eerder had gebruikt voor soortgelijke bundels met werk voor orgel en klavecimbel. De composities zijn zeer verschillend van aard en hebben, anders dan de titel doet vermoeden, een hoge moeilijkheidsgraad. Alle op dat moment gangbare stijlen, genres en technieken voor klavecimbel en orgel laat Bach de revue passeren, maar dan in de superieure vorm waar alleen hij het patent op had.
Clavier-Übung I (1731) bevat de zes partita's, BWV 825-830, Clavier-Übung II (1735) het Concerto nach italienischem Gusto, BWV 971 en de Ouverture nach französischer Art, BWV 831, en Clavier-Übung IV (1741) de Goldbergvariaties, BWV 988. Clavier-Übung III (1739) is als enige en omvangrijkste deel bestemd voor orgel en bevat voornamelijk koraalbewerkingen, dat wil zeggen orgelpreludes gebaseerd op Lutherse kerkliederen. Van ieder koraal maakte Bach twee versies: een voor groot orgel en een voor een kleiner orgeltype. De meeste koralen verwijzen naar de zes pijlers van de catechismus. Het is onduidelijk of Bach ze ook tijdens de dienst speelde, of dat hij er misschien voor eigen gebruik zijn muzikale ideeën in uitwerkte, zonder zicht op een publieke uitvoering.
- BWV
- 677
- Titel
- Fughetta super: Allein Gott in der Höh sei Ehr
- Instrument
- orgel
- Genre
- orgelwerken
- Serie
- Clavier-Übung III
- Jaartal
- 1739
- Stad
- Leipzig
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 17 juli 2015
-
- Opnamedatum
- 15 september 2014
-
- Locatie
- Grote of Jacobijnerkerk, Leeuwarden
-
- Organist
- Reitze Smits
-
- Registrant
- Mayuko Banno
-
- Orgel
- Christian Müller, 1727
-
- Productie
- Frank van der Weij
-
- Cameraregie
- Jan Van den Bossche
-
- Directors of photography
- Diderik Evers, Ruben van den Broeke
-
- Muziekproductie, montage en mix
- Holger Schlegel
-
- Beeldmontage
- Dylan Glyn Jones
-
- Kleurcorrectie
- Jef Grosfeld
-
- Productie-assistentie
- Hanna Schreuders
-
- Interview
- Onno van Ameijde
-
- Met dank aan
- Rob Tigchelaar
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!