'Brandenburgs' concert nr. 1 in F groot
BWV 1046 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Bojan Čičić
TivoliVredenburg, Utrecht
Achter de muziek
Opwindende driestrijd
Virtuoos van Italiaans concerto grosso naar Franse suite
Als je het imposante titelblad van de ‘Brandenburgse’ concerten omslaat, schallen meteen twee jachthoorns dwars door de rest van de muziek - en ze blazen: allemaal verzamelen! Bach laat zijn muziek opzettelijk door de koppige hoorns verstoren: luister hoe ze met bravoure drie-tegen-vier spelen, en zelfs clashen met de harmonie. Opwindend, zeker, maar hoorns waren tegelijk een statussymbool, want koperblazers verdienden een waar sterrensalaris. Lang niet elke vorst kon zich zulke luxe veroorloven, maar dat was nou net een probleem waaraan Bachs opdrachtgever Christian Ludwig van Brandenburg geen seconde hoefde te denken.
Bach zet drie ‘koren’ tegenover elkaar: behalve de twee hoorns speelt een groep van drie hobo’s en fagot tegenover de strijkers. Die setup leidde bij minstens één Bachonderzoeker tot de sociologische conclusie dat hier de aristocratie (militaristische hoorns) wordt uitgespeeld tegen het hof (elegante strijkers) en het volk (stadsblazers). Hoe het ook zij, áls de aristocratie zich al boven de meute wilde plaatsen, dan voegt ze zich in het eerste deel gaandeweg netjes in het muzikale gelid. Bach speelt de groepen in steeds wisselende combinaties tegen elkaar uit, wat echte connaisseursmuziek oplevert.
In de volgende delen worden de solo’s eerlijk verdeeld tussen de hobo, de verzamelde basinstrumenten, en de violino piccolo, een instrument dat een terts hoger gestemd staat dan de normale viool. Hier zijn we helemaal bij het Italiaanse concerto grosso, waarin solo-instrumenten zich virtuoos onderscheiden van de massa. En dan vooral in het derde deel, waar de vioolsolist het onderste uit de kan mag halen. Maar daarna kiest Bach stilistisch een andere weg: hij voegt een vierde deel toe, een suite van dansen uit de Franse, Duitse en Poolse tradities. Minder virtuoos, niet altijd even hoffelijk en elegant, maar met des te meer karakter, waarbij het openingsmenuet als een soort refrein werkt.
'Brandenburgse' concerten, BWV 1046-1051
In maart 1721 zond Bach vanuit Köthen een handschrift getiteld “zes concerten met verscheidene instrumenten” (“Six concerts avec plusieurs instruments”) naar Berlijn, met een opdracht aan Christian Ludwig (1677-1734), markgraaf van Brandenburg-Schwedt. In het voorwoord verklaarde Bach dat hij “een paar jaar eerder” voor de markgraaf had gemusiceerd, en toentertijd had beloofd “enige van zijn composities” op te sturen. Dat was waarschijnlijk tijdens een bezoek aan Berlijn in maart 1719, toen Bach naar de Pruisische hoofdstad was afgereisd om een nieuw klavecimbel voor het hof in Köthen in ontvangst te nemen. De muziek die hij een paar jaar later aan de markgraaf stuurde – later bekend geworden als de 'Brandenburgse' Concerten – is Bachs ultieme kijk op het belangrijkste grootschalige instrumentale genre van zijn tijd: het concert.
Het gaat bij een concert vrijwel altijd om een (combinatie van) solo-instrument(en) en een ensemble. Het centrale idee is de afwisseling tussen één of meerdere solisten en het gehele ensemble in een soort speelse competitie. In de zes 'Brandenburgse' Concerten verkent Bach alle uithoeken van dit genre in zowel bezetting als de manier waarop hij de vorm naar zijn hand zet: alle algemeen gebruikte strijk- en blaasinstrumenten en het klavecimbel passeren solistisch de revue, de muzikale vormen reiken van hofdansen tot bijna-fuga’s, en de relatie tussen de solo- en tutti-instrumenten is steeds weer anders. Zo bieden de zes concerten samen een virtuoze staalkaart van het concert in de Barok.
- BWV
- 1046
- Titel
- Concert in F groot
- Bijnaam
- Eerste ‘Brandenburgs’ concert
- Genre
- orkestwerken
- Serie
- Brandenburgse concerten
- Jaartal
- 1719-1720
- Stad
- Köthen (maar misschien al eerder in Weimar)
- Bestemming
- In 1721 opgedragen aan markgraaf Christian Ludwig van Brandenburg
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Vertaling
Credits
-
- Publicatiedatum
- 28 november 2024
-
- Opnamedatum
- 4 oktober 2023
-
- Locatie
- TivoliVredenburg, Utrecht
-
- Viool en leiding
- Bojan Čičić
-
- Viool 1
- Lidewij van der Voort
-
- Viool 2
- Pieter Affourtit
-
- Altviool
- Femke Huizinga
-
- Cello
- Lucia Swarts
-
- Contrabas
- Hen Goldsobel
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Hobo
- Rodrigo López Paz, Katharina Verhaar, Pedro Castro
-
- Hoorn
- Bart Aerbeydt, Milo Maestri
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Regie en beeldmontage
- Bas Wielenga
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Pim van der Lee, Lilita Dunska, Chris Everts
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Onno van Ameijde, Rieks Soepenberg, Carrien Dijkstra, Martine Rozema
-
- Camera-assistent
- Merijn Stojansek
-
- Licht
- Ernst-Jan Thieme
-
- Regie-assistent
- Ferenc Soeteman
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Stephan Esmeijer
-
- Productie opname
- Wietske Hovingh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!