Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen
BWV 48 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Waalse Kerk, Amsterdam
Achter de muziek
Muziek voor een verontrust en treurig hart
Hoe Bach als Thomascantor toch Telemann wist te evenaren
Op 5 mei 1723 begon Bach officieel aan zijn nieuwe baan als Thomascantor in Leipzig. Later dat jaar maakte de Thomasschool een lijstje met ruim honderd muziekpartijen met daaronder de aantekening “deze zaken heeft de cantor Johann Kuhnau Sebastian Bach in beheer”. Oeps. Maar tegelijkertijd een begrijpelijke fout: Bachs voorganger Johann Kuhnau had ruim twintig jaar als Thomascantor gewerkt. Bach stond bovendien allerminst bovenaan de lijst met gewenste opvolgers. Het liefst had het stadsbestuur Georg Philipp Telemann gehad, maar die gebruikte het aanbod van Leipzig om in Hamburg een fikse loonsverhoging te bedingen en daar als kapelmeester aan te blijven. Zo kwam men, na nog wat afgevallen opties, uiteindelijk bij Bach uit. De geschiedenis had dus zo maar heel anders kunnen lopen – en klinken. De cantate BWV 48, die op 3 oktober 1723 voor het eerst klonk, biedt een goed aanknopingspunt om ons een alternatieve geschiedenis voor te stellen.
In Bachs cantate speelt het koraal Herr Jesu Christ, ich schrei zu dir een centrale rol. Het werd al vanaf de eerste druk in 1620 omschreven als een lied “van een verontrust en treurig hart”. In de cantate wordt het slechts één keer gezongen, namelijk aan het slot, in een vierstemmige harmonisatie en met een andere strofe. Maar de koraalmelodie klinkt ook in het openingskoor, waar het als een tweestemmige canon tussen de schuiftrompet en de hobo’s door de andere partijen heen is geweven. Typisch Bach, zou je denken. Maar Telemann doet in zijn cantate Erhöre mich, wenn ich rufe (TWV 1:459) uit 1717 iets vergelijkbaars. In de derde aria, waarin de tenor dag en nacht tevergeefs roept, spelen koperblazers een driestemmige instrumentale versie van Herr Jesu Christ, ich schrei zu dir door de andere stemmen heen. Het effect is bij Telemann en Bach hetzelfde: terwijl de zangstemmen nog wanhopen laten de instrumenten het antwoord al horen.
In beide cantates bewegen we stap voor stap naar dat antwoord toe. Bij Bach gaat het van de klagende wanhoop in het openingskoor en het recitatief van de alt naar het begin van hoop in diens aria. Na het boetekoraal als scharnierpunt geeft de tenor het antwoord: Jezus de Heiland geeft kracht en maakt gezond, en het slotkoraal onderstreept dat. En Telemann? Die eindigt ook met een vierstemmig koraal: Und was der ewig gütig Gott. Dezelfde tekst en melodie gebruikt Bach een jaar na zijn aantreden als Thomascantor ook, in de cantate BWV 86. Zo heel erg anders zou het met Telemann in Leipzig dus misschien ook weer niet geweest zijn.
- BWV
- 48
- Titel
- Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen
- Instrument
- alt, tenor
- Genre
- cantates
- Jaartal
- 1723
- Stad
- Leipzig
- Tekstdichter
- onbekend
- Bestemming
- Negentiende zondag na Trinitatis
- Eerste uitvoering
- 3 oktober 1723
Met steun van
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
1. Chor
Ich elender Mensch,
wer wird mich erlösen
vom Leibe dieses Todes?
2. Rezitativ (Alt)
O Schmerz, o Elend, so mich trifft,
indem der Sünden Gift
bei mir in Brust und Adern wütet:
die Welt wird mir
ein Siech- und Sterbehaus,
der Leib muß seine Plagen
bis zu dem Grabe mit sich tragen.
Allein die Seele fühlet den stärksten Gift,
damit sie angestecket;
drum, wenn der Schmerz
den Leib des Todes trifft,
wenn ihr der Kreuzkelch
bitter schmecket,
so treibt er ihr ein brünstig Seufzen aus.
3. Choral
Solls ja so sein,
daß Straf und Pein
auf Sünde folgen müssen,
so fahr hie fort
und schone dort
und laß mich hie wohl büßen.
4. Arie (Alt)
Ach, lege das Sodom der sündlichen Glieder,
wofern es dein Wille, zerstöret darnieder!
Nur schone der Seele und mache sie rein,
um vor dir ein heiliges Zion zu sein.
5. Rezitativ (Tenor)
Hier aber tut des Heilands Hand
auch unter denen Toten Wunder.
Scheint deine Seele gleich erstorben,
der Leib geschwächt und ganz verdorben,
doch wird uns Jesu Kraft bekannt.
Er weiß im geistlich Schwachen
den Leib gesund, die Seele stark zu machen.
6. Arie (Tenor)
Vergibt mir Jesus meine Sünden,
so wird mir Leib und Seel gesund.
Er kann die Toten lebend machen
und zeigt sich kräftig in den Schwachen;
er hält den längst geschloßnen Bund,
daß wir im Glauben Hilfe finden.
7. Choral
Herr Jesu Christ, einiger Trost,
zu dir will ich mich wenden;
mein Herzleid ist dir wohl bewußt,
du kannst und wirst es enden.
In deinen Willen seis gestellt,
machs, lieber Gott, wie dirs gefällt:
Dein bin und will ich bleiben.
Vertaling
1. Koor
Ik ellendige mens,
wie zal mij verlossen
van het lichaam van deze dood?
2. Recitatief (alt)
O smart, o ellende die mij treffen
doordat het gif van de zonde
in mijn borst en in mijn aderen woeden:
de wereld wordt voor mij
een huis van ziekte en dood,
het lichaam moet zijn plagen
tot aan het graf met zich meedragen.
Maar de ziel voelt het sterkste gif
waarmee ze besmet is,
dus als de pijn
het sterfelijke lichaam treft,
als de kruisbeker
mijn ziel bitter smaakt,
dan ontlokt die haar een vurig zuchten.
3. Koraal
Als het zo moet zijn,
dat straf en pijn
op de zonde moeten volgen,
ga hier dan vandaan
en ontzie mij daarginds
en laat mij hier boeten.
4. Aria (alt)
Ach, verwoest, als dat uw wil is,
het Sodom van mijn zondige ledematen!
Maar ontzie mijn ziel en zuiver haar zo
dat ze voor u een heilig Sion kan zijn.
5. Recitatief (tenor)
Maar hier doet de hand van de verlosser
ook wonderen aan de doden.
Al lijkt je ziel gestorven,
je lichaam verzwakt en geheel verteerd,
toch wordt de kracht van Jezus ons geopenbaard.
Hij weet bij de geestelijk zwakke mens
het lichaam gezond en de ziel sterk te maken.
6. Aria (tenor)
Als Jezus mijn zonden vergeeft,
dan worden mijn lichaam en mijn ziel gezond.
Hij kan de doden levend maken
en betoont zijn kracht in de zwakke mensen;
hij houdt zich aan het sinds lang gesloten verbond,
zodat wij hulp vinden in het geloof.
7. Koraal
Heer Jezus Christus, mijn enige troost,
tot u wil ik me wenden;
u kent mijn grote smart
en u kan en wil er aan eind aan maken.
Ik laat het over aan uw wil,
doe, lieve God, zoals het u belieft:
ik ben van u en dat wil ik blijven.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 2 februari 2023
-
- Opnamedatum
- 28 mei 2021
-
- Locatie
- Waalse Kerk, Amsterdam
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Alt
- Alex Potter
-
- Tenor
- Daniel Johanssen
-
- Ripieno sopraan
- Lauren Armishaw, Marta Paklar, Amelia Berridge
-
- Ripieno alt
- Sofia Gvirts, Bernadett Nagy, Adriaan de Koster
-
- Ripieno tenor
- Adriaan de Koster, Immo Schröder
-
- Ripieno bas
- Matthew Baker, Pierre-Guy Le Gall White, Michiel Meijer
-
- Viool 1
- Sayuri Yamagata, Annelies van der Vegt, Andrew Wong
-
- Viool 2
- Pieter Affourtit, Anneke van Haaften, Manja Kruidhof-Okkerse
-
- Altviool
- Staas Swierstra, Deirdre Dowling
-
- Cello
- Lucia Swarts, Barbara Kernig
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Hobo
- Rodrigo Lopez Paz, Katharina Verhaar
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Trompet
- Robert Vanryne
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Orgel
- Leo van Doeselaar
-
- Regie en camera
- João MB Costa
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Santiago Rodriguez, Milo McCafferty, Oscar Widl, Enzo Dumettier
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Grip
- Patrick Galvin, Harm Bredero, Sven Deen
-
- Regieassistent
- Santiago Rodriguez
-
- Beeldmontage
- Rob Gradisen, Robin van Erven Dorens
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- MWH4impact
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!